Mosseldag 1 september 2019

Het begon in mei met zeven vrijwilligers: Sabine, Kasper, Joyce, Geert, Sanne, Anniek en Guido (van wie 5 van buiten het bestuur) die zich opwierpen om op zondag 1 september een mosseldag te gaan organiseren met en voor de vereniging. Na een enquête via de mail bleek er genoeg animo te zijn voor een mosseldag en konden de voorbereidingen beginnen: mosselen, frieten, saus en een lekker drankje voor 50 personen. Na de definitieve aankondiging in augustus stonden er binnen anderhalve week 50 namen op de lijst en daarna ook nog een aantal op de wachtlijst. Likkebaardend keken we uit naar september. Even werd het nog spannend, toen de visboer op vrijdag liet weten niet zeker te weten wanneer die mosselen zouden komen. Uiteindelijk werden ze op zaterdagmiddag om 16 uur geleverd en was de mosseldag een feit.

Op een zonovergoten eerste zondag van september komen mosselliefhebbers met harde, zachte en Finse ‘G’ van heinde en ver (een enkeling kwam rechtstreeks vanuit Istanboel overgevlogen!) naar Poliisien kesäkoti op Lauttasaari. Elke gast krijgt een welkomstdrankje en een lot, dat bepaalt wie wanneer kan gaan eten.

Nadat Guido, die als enige het bestuur vertegenwoordigde, iedereen heeft welkom geheten, krijgen we een opdracht. Deze bestaat uit drie vragen, waar we gedurende de middag het antwoord op moeten vinden. 1) Welke drank is gebruikt voor de bereiding van de mosselen? 2) Wat zijn de namen van de mensen van de organisatie? 3) Wat is de afkomst van deze mensen?

Dan is het tijd voor de eerste groep om aan tafel te gaan. Op elk lot staan twee codes met telkens twee cijfers. Met 14/31 ben ik met de kinderen aan de beurt in de eerste en de derde ronde. Het tweede cijfer van de code wijst telkens op het tafelnummer. Wie niet aan de beurt is, kan met een drankje op het terras genieten van het mooie weer en het uitzicht op de glinsterende baai of een pijltje gooien.

De aanwezige kinderen genieten van de klim- en klauterfaciliteiten en enkele jongens ontdekken zelfs een heuse ‘geheime tunnel’ in de struiken. Wat kun je ook anders verwachten van een ‘Poliisien’ kesäkoti?

In de eetzaal staan vier tafels mooi versierd met Zeeuwse mosselpotten en Nederlandse vlaggen op ons te wachten. In de keuken werkt het vrijwilligersteam zich uit de naad om de carrousel van mosselen en frieten op tijd op de tafels te krijgen. Zelfs de mosselgroenten zijn zelf gesneden!

De Deense mosseltjes vallen wat kleiner uit dan de Zeeuwse jumbo’s, maar ze smaakten heerlijk. De dipsaus op basis van kermaviili geeft een romige Finse toets aan de mosselen. Wie traditioneler wil eten, kan zich bedienen van Hollandse mosselsaus.

Sommige van de aanwezige kinderen vinden de schelpdieren op hun bord wat spannend, maar de ruime porties friet met ketchup worden erg gewaardeerd. Aan het einde van elke ronde ruimt iedereen zijn eigen tafel af en wordt alles snel klaargezet voor de volgende groep. Zo draait de carrousel de hele middag door en na 4 rondes tafelen en smullen is het tijd voor koffie met een stroopwafel.

Uw reporter ter plaatse peilde aan het einde van de middag naar reacties van de aanwezigen. Hier volgen er enkele: “Ik kom uit Zuid-Limburg en dit is echt zoals thuis”, “Lekker!”, “Todella hyvää!”, “Dit is helemaal zoals ik het ken van thuis”, “Ja, lekker, gewoon lekker”.

De eerste mosseldag was dus zeker een succes en ons gezin kijkt alvast uit naar volgend jaar.

tekst: Evelien Boven
foto’s: Arie Oudman


Uitje naar EK-kwalificatiewedstrijd Estland-Nederland

Maandag 9 september om 21.45 stond de uitwedstrijd voor Nederland tegen Estland op het programma. Na de eclatante en toch verrassende overwinning in Hamburg op Duitsland de vrijdag ervoor, was het belangrijk om dit potje ook te winnen. Via Facebook had de groep ‘Dutch and lost in Finland’ (DaliF) een evenement georganiseerd en er ging een flinke groep heen. Zij kwamen een paar uur voor de wedstrijd aan. Omdat ik de reis combineerde met het kijken naar een voetbaltoernooi bij HJK in Helsinki van mijn jongste zoon, namen wij (mijn middelste zoon Jim en ik) zondag al de boot naar Tallinn in plaats van maandag eind van de middag. Het was heerlijk weer toen we de boot afstapten, en dat zou het afgezien van wat regenbuien tussendoor ook blijven.

De vorige keer ging ik wel mee met DaliF, deze wedstrijd in 2013 eindigde toen in 2-2 (met een penalty van Van Persie in de laatste minuut), maar Nederland kwalificeerde zich toen moeiteloos. Als ze dat nu weer willen doen, na twee toernooien gemist te hebben, dan was zoals gezegd een overwinning broodnodig. Na wat rondslenteren in de stad op maandagochtend besloten we de rode hop-on-hop-off-bus te nemen, in de hoop wat meer dan de oude stad, die overigens prachtig maar klein is, te zien. Dit viel eerlijk gezegd een beetje tegen, aangezien er buiten het centrum simpelweg weinig andere bezienswaardigheden zijn. Dat was dus wachten op de wedstrijd ’s avonds, en lekker eten en drinken, en nog wat meer rondwandelen. Ondertussen hadden we er een sport van gemaakt om Nederlanders te spotten. In het oranje was natuurlijk een eitje, maar ook zonder voetbalkleren hadden we het best vaak bij het rechte eind. Hoe kan dat toch? Nou, vaak de lengte natuurlijk, en soms zijn ze … eeh we misschien wat luidruchtiger.

We hadden na aankomst een goed restaurant gevonden in een tussenstraatje vanaf ons hotel naar het centrale plein, wat uit de drukte, waar de gerechten simpel maar goed waren, en de prijzen redelijk schappelijk. We besloten al vroeg richting stadion te vertrekken. Op zoek naar de tram zag ik drie Nederlanders, twee heren en een dame, een taxi aanhouden. Ik zei dat het heel eenvoudig moest zijn met de tram, dus gingen we met zijn vijven op zoek naar de opstapplaats. Het bleek dat we hier niet zomaar met wat Holland-supporters te maken hadden. Sinds de zeventiger jaren hadden de heren geen groot toernooi, oefenwedstrijd of WK- en EK-kwalificatiewedstrijd gemist. Als je de volgende keer bij een wedstrijd van het Nederlandse Elftal een spandoek met ‘Stadskanaal’ ziet hangen, dan weet je dat ze er weer zijn. Enfin, je zou denken dat zulke ‘oude rotten in het vak’ inmiddels heel relaxed naar de wedstrijd toeleven. Maar niets was minder waar, de spanning zat er al flink op en ze moesten zo vroeg mogelijk bij het stadion zijn. We moesten zelfs wachten tot de poorten opengingen – de drie gingen na enig voordringen als eerste naar binnen.

Er stond even later een rockband te spelen. En Nike had voor het stadion een voetbalchallenge georganiseerd, waarbij je drie onderdelen succesvol moest afwerken om drie polsbandjes te verzamelen. Hooghouden met meerdere pogingen tot je de honderd had bereikt, voetgolf met één hole en voetbaldarten op een heel groot pluizig dartbord. Uiteindelijk kreeg iedereen drie bandjes. Naderhand moest je je naam en telefoonnummer invullen op een briefje en dan maar hopen dat je tijdens de wedstrijd hoorde of je gewonnen had. Helaas, wij niet. Het stadion begon al aardig vol te lopen en we hadden goede plekken aan de zijkant van het strafschopgebied op de derde rij. Ik kijk de laatste tijd vooral jeugdwedstrijden en het viel me op hoe groot de spelers waren toen ze het veld opkwamen voor de warming-up. Laten we eerlijk zijn, vooral Van Dijk is een dijk van een vent. Maar het kon ook aan de diepte van het veld liggen en het feit dat we zo dicht op het veld zaten. Het werd al snel duidelijk dat Estland een muur optrok voor het doel. Ze hadden nog geen schamel puntje behaald en waren duidelijk bang voor het ‘grote’ Nederland. Het was daarom lastig doorkomen voor de mannen van Koeman en toen na iets meer dan een kwartier dan toch de eerste goal viel, was dat voor alles wat Nederlands was een aardige opluchting, in ieder geval bij ons. De wedstrijd vertoonde daarna continu hetzelfde spelbeeld, waarbij Nederland uiteindelijk toch nog drie keer een gaatje wist te vinden en de wedstrijd daarom in 0-4 eindigde.

Het liep bijna tegen twaalf uur en we besloten snel een taxi naar huis te nemen. De volgende dag zag ik op de boot terug foto’s op Facebook staan van Ilona Jääskeläinen, medewerkster van de ambassade, met haar zoontje die een selfie met Van Dijk had gemaakt. En hij had het shirt van De Ligt gekregen. Hoe fantastisch is dat? Jammer dat we niet ook hebben staan wachten, maar we dachten dat het veel te lang zou duren voordat ze naar buiten zouden komen. We hadden een mooie reis gehad, met leuk voetbal, alle hedendaagse Nederlandse voetbalsterren gezien, dus wat wil je nog meer. Maar volgende keer toch nog maar even blijven rondhangen …

Michel


Verla, de voorjaarsexcursie van de vereniging

Meestal zijn de evenementen van de vereniging een gebeuren van eten, drinken en elkaar ontmoeten met ieder zijn eigen verhaal. Ik geloof ook dat dit een van de belangrijkste functies van de vereniging is. Echter dit keer denken we iets te organiseren om wat van de rijke Finse geschiedenis te ontdekken, en van de mooie natuur te genieten. De keuze valt op de omgeving van Kouvola om ook de weinige leden in die regio iets te kunnen bieden. De ontmoetingsplaats voor de excursie is in Kymen Paviljonki, gelegen langs de Kymijoki, en vlak bij de kruising van de weg van Lahti naar Kouvola en de weg van Porvoo naar Lappeenranta. Het is zaterdag (25 mei) en de afspraak is 11 uur. Het blijkt echter toch te vroeg te zijn, want rond 11.30 uur was het gezelschap compleet. Het aantal aanmeldingen is beperkt, doordat er andere activiteiten in Helsinki-regio worden georganiseerd, en een paar afzeggingen. Na een kop koffie met wat daarbij maken wij een korte wandeling naar de rivier Kymijoki, die zich ter plaatse diep insnijdt door de vermaarde Salpausselkä, een eindmorenewal uit de ijstijd. Dat betekent een afdaling via een lange houten trap naar beneden. Lang kunnen we niet blijven want het gaat regenen. De weergoden werken ons deze dag tegen.

Met twee auto’s rijden we richting Verla. We zijn met ons zessen, dus tijd genoeg om met elkaar te praten. Ondanks dat we verlaat zijn begonnen, hebben we genoeg tijd om door het vers groen getooide landschap via een bochtige weg naar Verla te rijden. Verla is een oud gehucht gebouwd rond de fabrieksmuseum die we willen gaan bezoeken. Op een kaart van 1877 wordt het gehucht al genoemd, maar op de kaart van 1855 staan alleen wat eenvoudige boerderijen. Het lijkt erop dat dorpje ontstaan is door de fabriek. Dat de locatie echter al vroeger bewoond was, blijkt uit de ongeveer 7000 jaar oude rotsschilderijen. Helaas van dichtbij bekijken is geen sprake en op een plakkaat kunnen we ontdekken wat we zouden moeten kunnen zien. Fantasie is wel nodig.

Waarom naar Verla? Daar staat de eerste fabrieksmuseum. Het is niet zomaar een museum; het is een belangrijke museum bekroond met de status Unesco-erfgoed. In de fabriek werd tot 1964 van hout pulp gemaakt en van dat pulp werden kartonnen platen gemaakt, welke in Rusland en in Europa, en later over de hele wereld werden afgezet. De platen werden voor allerlei doeleinden gebruikt, zoals de schoolplaten die wij van heel vroeger kennen, verpakkingsmateriaal en zo zijn er meerdere producten. Langzaam, al pratend lopen we naar de kaartverkoop. De rondleiding om 2 uur begint in Verla. Gelukkig zijn we net op tijd binnen, want het gaat weer regenen. Een jonge gids vertelt in het Engels het verhaal van het werken in de fabriek. Hoe het hout aangevoerd werd, hoe het wordt geschild en vermalen en waar de pulp naar toe gaat. Het gebeurt allemaal mechanisch. De veiligheidsvoorschriften die we nu kennen waren er niet. Of te wel goed opletten, anders ben je zo je vingers kwijt bij het verwerken van het hout. De machines werkten allemaal op waterkracht. We doorlopen het hele productie proces. Trappen op, trappen af. Aan het einde zien we een film hoe het werk en het leven in Verla was. En dan weer naar buiten. Tijd voor een consumptie en de winkeltjes bezoeken. Druk is het niet. Vermoedelijk door het regenachtig weer, waardoor we nergens in de rij hoeven te staan. Om 4 uur gaat het winkeltje met de kaartverkoop dicht, waar ook boeken en andere snuisterijen met betrekking op de fabriek te koop zijn. Peter wil nog graag wat ansichtkaarten kopen maar het is al 2 minuten over 4. Nederlanders hebben daar wel een oplossing voor: op de deur te rammelen. En, jawel de winkel ging nog even voor Peter open.

Niet alleen de techniek is interessant, maar ook de architectuur. Zoals de directeurswoning, een prachtige villa. Een heel interessant bezoek. En dan weer terug richting Kouvola. Het begint even spannend te worden. De benzinetank is bijna leeg, en een benzinepomp in de buurt is er niet. Wordt het nog lopen? Gelukkig loopt het nog goed af en kunnen we verfrist door de regen weer naar huis met een ervaring rijker.

Arie Oudman


Zomerkamp, 2 t/m 4 augustus 2019

Spelletjes, speurtocht, sauna en show in Sysmä

Vrijdagmiddag 2 augustus. De afgelopen anderhalve week had de kofferinhoud van drie vrolijk gekleurde kleine koffers en twee grote koffers haar weg door het huis net weer gevonden, via de wasmachine voornamelijk. Op dit moment staan er alweer twee koffers klaar bij de voordeur, met alles wat je nodig hebt als gezin van vijf voor een weekendje Nederlands kamp. Onze eerste activiteit met de Nederlandse vereniging, een jaar nadat Finland ons nieuwe thuisland is geworden.

We verlaten om 16:00 uur ons zogenaamde hoofdstedelijk gebied. Twee uur later en een luisterboek verder belanden we in het koffiehuis van de camping in Sysmä om de sleutel op te halen voor ons houten hutje van 15m2 met twee stapelbedden en een sofa. Dit is ons verblijf voor de komende twee nachtjes. De camping ligt heerlijk aan het water, Majutvesi, en aan die waterkant zien we de tent met beloofde oranje t-shirt als herkenningsteken al staan. Andere Nederlandse gezinnen zijn ook al aangekomen en hebben zich verzameld, leuk!

Nadat onze spullen in onze tijdelijke mökki zijn gezet en de voorgesmeerde broodjes zijn gegeten, zoeken we de picknickbanken bij de gezamenlijke campingkeuken op. Daar kunnen we de eerste Nederlanders of NederFinnen de handen schudden. Omdat ik altijd beter ben in gezichten dan in namen, zijn de kennismakingsspelletjes die Joanneke vanuit de NViF in Jyväskylä verzorgd heeft, heel welkom. Als je grabbelt in een zak M&M’s, wordt aan de hand van één getrokken M&M kleur bepaald wat voor vraag je over jezelf moet beantwoorden. De kleinste van de groep, die nog niet zoveel te kletsen heeft, weet wel raad met de hele zak M&M’s en pakt er niet één, maar graait natuurlijk een lekker handje vol uit de zak om in één keer in zijn mond te stoppen. Aangenaam kennismaken, dat willen we stiekem allemaal wel! In de loop van het volgende spel, de namenbingo, komen we er onder andere achter wie graag op klompen loopt, wie goed piano kan spelen, wiens naam met een ‘h’ erin is, wie van nasi houdt, wie kan zeilen, wie broers en zussen heeft en wie er les geeft. Ik geloof niet dat ik iemand ‘Bingo’ heb horen roepen, het was een mooie uitdaging om de hokjes voor 21 kinderen en hun ouders in te vullen, maar er ontstaan leuke gesprekken en het kamp is zo gezellig en speels begonnen.

Na een mooi weekje met zomers weer van rond de 30 graden is het dit weekend in de omgeving van Sysmä een stukje koeler en winderiger met rond de 12 graden. ’s Avonds kruipen we dan ook diep onder onze dekens en ik ben blij met een extra slaapzak aan het voeteneind. Op zaterdagochtend eten we onze boterhammen met kaas, jam en pindakaas, lekker warm in de campingkeuken. Dit is onze eerste ervaring met een Finse camping, geweldig om te zien dat er zoveel keukenspullen in de keuken aanwezig zijn en dat je binnen je eigen eten kan maken en verorberen. Geen overbodige luxe wanneer het zo frisjes is buiten.

Zaterdagochtend na ieders ontbijt verzamelen we achter een schuurtje met barbecueplekken voor een spelletje Levend Ganzenbord. Met in mijn team drie volwassenen en twee kinderen proberen we op een plastic zak te staan en deze om te draaien, terwijl we erop blijven staan. Ook leggen we op het dekzeil van een boot op de kant in grassprietjes het woord ‘grassprietjes’. Bedankt voor de uitdagingen, wind! We maken een papieren hoedje en zingen ‘1, 2, 3, 4, hoedje van papier’, terwijl dit hoedje natuurlijk gedragen wordt door een van onze teamkinderen. We blazen bellen en bewijzen aan Joanneke op een foto dat we er zes tegelijk hebben gemaakt. En we maken een heus zandkasteel, compleet met torens, grachten en brug. Ons hoogtepunt is duidelijk dat wij wel zeventien pogingen doen om twee minuten volgepraat te krijgen over bananen zonder ‘Uh’ te zeggen. We bedenken complete fruitsalades en andere heerlijke recepten bij elkaar. Mijn team gaat duidelijk niet voor snelheid, maar voor kwaliteit. En daar zijn we trots op!

Daarna is er ruimte voor iedereen om zelf te spelen, boodschappen te doen of, hoewel het dan Finse koffie is, koffie te drinken.

Terug bij de picknickbanken achter het schuurtje met de barbecueplekken hebben we een lekkere lunch met allerlei soorten brood, komkommer, paprika, tomaat en natuurlijk vooral hagelslag, fruithagel, feestelijkheden met funnies en pindakaas. De ruim 20 kinderen van dit weekend weten daar wel raad mee en allerlei combinaties vooral in het zoete spectrum worden, gecombineerd en wel, op het brood gestrooid. En intussen wordt er gezellig gekletst.

Zo hebben we een goede Nederlandse bodem gelegd om de Finse grond hier verder te gaan verkennen. Het organiserende gezin heeft gistermiddag een speurtocht naar de overkant van het meer voor ons uitgezet. In een aantal gemixte groepen vertrekken we om de beurt om de aanwijzingen om papier op te volgen. Voor jong en oud valt er genoeg te speuren en meteen wat Fins te leren: de palen van de brug worden geteld, de strepen van een zebrapad, witte stammetjes van een aantal berkjes op een rij, blauwe lintjes en pijlen worden gevolgd. Maar natuurlijk wordt ook onze sportieve gesteldheid op verschillende manieren op de proef gesteld: we gooien dennenappels in een frisbeekorf, we lopen trappen op en af en op en af en … inderdaad, we doen work-outs op de metalen groene toestellen en hangen als een aapje op zijn kop en we rennen lekker door het bos een heuveltje af.

Terug op de camping wordt er door de kinderen lekker gespeeld en nagepraat, terwijl aan de picknicktafel de handen ineen worden geslagen om allerlei lekkers voor de barbecue voor te bereiden. De spinaziepannenkoekjes met jam zijn voor ons gezin een nieuwe ontdekking. En die gevulde champignons zullen we na dit kamp ook nog meer dan eens maken, op de barbecue of in de oven. De vegetarische bonenburger zullen we trouwens ook nog weleens maken, als welkom smaakvol alternatief op vlees.

Om 19.00 uur is het tijd voor de vrouwensauna. We zitten hutjemutje bij elkaar en de eerste ronde wordt de rust geëerd. Sterker nog, ik prijs de jonge meiden hardop, omdat ze zo rustig zijn. En vervolgens komen diezelfde meiden in de tweede ronde enthousiast kletsend na een flink koude onderdompeling in het meer en met nieuwe zwemplannetjes de sauna in. De hitte en daarna de kou geven duidelijk een adrenalinestoot. Maar het belangrijkste: er wordt genoten, door jong en oud. Terwijl de ondergaande zon een prachtig plaatje creëert boven het meer, stappen de mannen en jongens met 10 minuten vertraging (diegenen die onze excuses gemist hebben: sorry!) ook in de sauna.

Dampende jongenslijfjes lopen of rennen vervolgens verschillende keren uitgelaten over de loopplank onder het verkondigen van een show. De dames staan intussen schoon en relaxt met een drankje in de hand om deze show te aanschouwen. De bommetjes creëren spectaculaire golven, zeker als de kinderen met zijn drieën tegelijk gaan en ook wat meiden aansluiten. Ook de eendjes genieten (of was dat nou van de golven van de speedboot die voorbij kwam?).

Zondagochtend grijpen onze kinderen de kans om bij het ontbijt Nederlandse producten zoals peperkoek en hagelslag uit te wisselen met degenen die naast ons zitten. Na de afwas is het tijd voor sport en spel. In een kring wordt er krantenmeppertje gedaan, een goede repetitie van de namen die we vrijdagavond voor het eerst hoorden en intussen wel bekend zouden moeten zijn.

Na kwintetten met spullen en moordenaartje zijn de kinderen helemaal geïnspireerd om nog lekker veel samen te spelen. En zo vliegt er tenslotte tijdens de lunch opeens vijfjarige superman met rode broek, shirt en cape langs de lunchtafel, stiekem ondersteund door een groepjes jongens en meisjes. Het toonbeeld van de lol die de kinderen met elkaar gehad hebben en hoe ze zich verenigd hebben!

Nadat allerlei telefoonnummers worden uitgewisseld en vooruitzichten op de mosseldag en Sinterklaasvieringen worden besproken, is het tijd om afscheid te nemen.

 

Als gezin gaan we nog naar de dichtstbijzijnde koffiezaak om ons eerste jaar in Finland te vieren. Op naar het tweede jaar, waarin we meteen al uit kunnen kijken naar het kamp in 2020. Zien we elkaar daar, in Turku?

Suzanne van der Linden – Kleikers

PS: Groepsfoto’s en andere foto’s zijn op te vragen bij de voorzitter. In verband met privacyverzoeken van enkelen zijn deze niet in het Noorderlicht geplaatst.


Zo man zo vrouw

Tijdens de coschappen in de eindfase van mijn geneeskundestudie aan de Universiteit van Amsterdam raakte ik gewend aan een lichtzinnige sfeer, flirterige omgang tussen vrouwelijke verpleegkundigen en mannelijke artsen, die tegenwicht bood aan de ernst van ziekte en dood, en de druk van constant moeten presteren. Al was je nog zo goed in het medische vak, je moest ook op sociaal vlak je mannetje kunnen staan.

Als ik nu met een (vrouwelijke) collega op een zonnige middag op een terras in Leiden praat over de masculiene sfeer in de geneeskunde, komen de herinneringen weer boven. Een chirurg in Zaandam had de naam tijdens operaties iedere vrouwelijke arts-assistent aan het huilen te hebben gemaakt. Een professor in Utrecht zou met verschillende assistenten seksuele avontuurtjes hebben beleefd. Knappe vrouwelijke arts-assistenten zouden gemakkelijk de specialistenopleiding in komen, zeker de platinablonde.

Wat er van die verhalen waar was, weet ik niet. Ik nam ze vaak met een korreltje zout, want waar succes is, zijn boze tongen. Roddels doen het altijd goed, en worden van mond tot mond versterkt. Anderzijds zijn ongeloofwaardige roddels zelden een lang leven beschoren. Persoonlijk trok ik me weinig van die verhalen aan, misschien juist wel omdat ik een man was: ik had immers weinig te vrezen.

Na zeven jaar in Finland kan ik me de sfeer van toen haast niet meer voorstellen. De doorsnee Fin is zakelijker dan de Nederlander. Mannen en vrouwen gaan hier anders met elkaar om, op de werkvloer is seksisme een taboe. Bovendien staan er aanzienlijk meer vrouwen hoog op de ladder dan in Nederland. Zowel op mijn huidige werkplek, in het universitair ziekenhuis van Turku, als op de vorige, in Lapland, maken vrouwen de overgrote meerderheid uit van de mensen die boven me staan.

In Nederland bezetten nog altijd beduidend meer mannen dan vrouwen de invloedrijke posities, niet alleen in de geneeskunde. Als ik goed geteld heb zijn 49 van de 150 Tweede Kamerleden vrouw, en in de Eerste Kamer zijn dat er 28 van de 75. Zulke percentages, van rond de dertig procent, telde Finland in de jaren tachtig, vandaag de dag ligt dat percentage op 47%. Er zijn dus bijna evenveel vrouwen als mannen in het parlement.

Ik ben ervan overtuigd dat matige werkdruk een belangrijke voorwaarde is voor een gelijkwaardige participatie van man en vrouw. Zijn in Nederland weken van boven de vijftig uur normaal voor artsen, en worden overuren niet geregistreerd, laat staan uitbetaald, in Finland werkt een arts doorgaans 38 uur, met flinke vergoeding voor overuren en diensten. Iedereen wordt geacht zijn overuren te noteren, zodat er een signaal wordt afgegeven als de werkdruk te hoog is. In dat geval moet er namelijk een extra vacature uit.

Zo’n ethos, waarbij het welzijn van de werknemer leidend is, werpt natuurlijk zijn vruchten af. Minder ellebogenwerk, het werk is beter te combineren met gezin of hobby’s. Volgens het European Institute for Gender Equality behoort Finland qua sociale gelijkheid samen met Ierland en Zweden tot de top drie Europese landen. Dat wil zeggen dat vergeleken met andere landen meer vrouwen sleutelposities bezetten op het gebied van politiek, economie en maatschappelijk vlak. Wat dat betreft kan Nederland wel wat van Finland leren.

Thijs Feuth

Thijs Feuth

Thijs Feuth (Nijmegen, 1981) is schrijver, arts en marathonloper en woont in Turku. Van hem verschenen ‘Zwarte ogen’ en ‘Achter de rug van God’ bij uitgeverij De Arbeiderspers.