Mkb’er in de spotlight: Ronald Eveleens
Mkb’er in de spotlight: Ronald Eveleens
1) Wanneer ben je met je bedrijf in Finland begonnen en wat doe je precies?
Ik ben begonnen met Hotel Kuusamon Portti in oktober 1996 en we zijn hier ingetrokken in februari 1997. We hebben acht kamers en twee aparte bungalows. We hebben vroeger wel sneeuwscootersafari’s georganiseerd, maar dat besteden we nu uit aan een ander bedrijf, waarbij we wat commissie krijgen.
2) Zou je dit bedrijf of iets soortgelijks ook in Nederland begonnen zijn?
Ja, ik ben eigenlijk eerst in Nederland gaan kijken. Ik had een eigen bedrijf, van mijn vader overgenomen, dat was iets heel anders en in de technische sector met machines. Ik heb ook in Amerika en Japan gewoond en daar commerciële dingen gedaan. Nadat ik uit het familiebedrijf was gestapt, dat liep niet zo lekker, wilde ik iets van een camping beginnen in Frankrijk. Maar er stond toen in De Telegraaf een hotel te koop in Finland, wat uiteindelijk niets werd, maar toen ik er ging kijken verbleef ik toevallig in dit hotel. De eigenaar vertelde me vervolgens dat hij het eigenlijk wel wilde verkopen. Dus zo is het begonnen.
3) Wat vind je van het ondernemersklimaat in Finland?
Er is hier natuurlijk ook veel bureaucratie. Ik ben politiek gemengd, soms sta ik rechts en de andere keer weer links. Vroeger was het hier links en een wat minder makkelijk ondernemersklimaat, maar dingen zijn in de loop der jaren zeker verbeterd en meer ‘ondernemersminded’ geworden. Ik ben wel wat bijgedraaid, het is zeker niet zo slecht om hier te ondernemen. Je moet alleen wel de weg weten. Het is naar mijn idee moeilijker in Nederland. Ik ben wel met een overname bezig geweest door een andere partij, maar we waren voor hen te klein. Het is eerder om meerdere redenen niet gelukt om het te verkopen, zoals bijvoorbeeld de economische crisis in 2008. Mijn zoon is nu 28 en die heeft eerst in Kajaani hotelmanagement gestudeerd en een opleiding tot chef in Helsinki, en toen wilde hij ook nog een master in bedrijfskunde halen. Hij had een goede baan in Nederland maar die is hij verloren door corona. Sinds vorig jaar augustus heeft hij het hier overgenomen en wij zijn nu min of meer bij hem in dienst.
4) In hoeverre denk je dat je Nederlanderschap helpt of niet helpt bij je activiteiten?
Ik denk eerder dat het naar mijn ervaring niet echt mee heeft gewerkt dat ik geen Fin ben. Het werkt niet heel veel tegen, maar als je Fin bent gaat het wel makkelijker denk ik. In de loop der tijd is het Fins praten minder problematisch geworden, waar we in het begin vooral Nederlandse en Duitse klanten hadden, maar nu met mijn zoon is het helemaal geen probleem meer.
5) Wat zijn je plannen voor de toekomst?
Het is bij mijn zoon in goede handen, hij is veel handiger met onder andere sociale media en het loopt prima zo. Wij zijn inmiddels midden in de zestig maar ik ben voorlopig van plan om hier te blijven werken. Misschien beland ik nog eens in Japan, waar ik internationale contacten ga onderhouden voor bedrijven, wat ik voorheen ook gedaan heb. Ik ga in ieder geval binnenkort naar Nederland met de caravan om wat zaken af te handelen, maar we kunnen er nu wel een maand over doen.
Nu oud eigenaar
Foto 1
Foto 2
Foto 4
Foto 5
Foto 3
Ontheemd
Ontheemd
Aino zit in de rolstoel met haar rug naar de deur en kijkt nauwelijks om als ik binnenkom. Een infuus met een antibioticum druppelt even sereen in de centrale lijn als de sneeuw buiten naar beneden dwarrelt. Ik trek een krukje onder de tafel vandaan en open het gesprek. Aino ligt al weken in het ziekenhuis van Turku in Finland. Met een ernstige corona-infectie in haar longen lag ze op sterven, maar ze herstelde merkwaardigerwijs. Ineens daalden de afweercellen in haar bloed echter, en de medicijnen daartegen slaan na een week nog altijd niet aan. Het is hoogste tijd om ons te bezinnen. Verrichten we nader onderzoek of gaan we voor symptoombestrijding? Haar lichaam is vierentachtig jaar oud, we moeten het hebben over de dood.
‘Maar ik zal je eerst over mijn leven vertellen’, valt Aino me in de rede. ‘Ik kom uit Ingrië. In de buurt van Sint-Petersburg ben ik geboren, vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. De mannen uit het dorp bleven ’s nachts wakker en probeerden overdag een paar uurtjes slaap te pakken. Als het donker werd, kwam een grote auto het dorp in. Families werden uit hun bed gelicht en meegenomen. Ik was nog maar net geboren toen we naar Siberië werden afgevoerd. Zo werden onder het communistisch regiem hele volkeren van hun wortels afgesneden. Wat er met mijn vader is gebeurd, weet niemand. Ik heb hem nooit gekend.’
‘In Siberië leefden we een arm en uitzichtloos leven. Na de val van de muur werd voor de ontheemde Ingrische Finnen een regeling getroffen. We kregen de kans terug te keren naar Finland. Met mijn man en kinderen besloten we de terugkeer te ondernemen om ons nageslacht een kans te geven. Toch zijn we ook hier vreemden. Van oorsprong zijn we hetzelfde volk als de Finnen, maar ik ben nooit ergens echt thuis geweest. Zoals je gemerkt hebt, spreek ik de Finse taal met een sterk accent. Mijn dochter is met de Russische taal opgegroeid en heeft moeite zich hier staande te houden. Met een kwakkelende gezondheid ben ik haar alleen maar tot last, en dat wil ik niet. Laat mij maar gaan.’
In de nacht die volgt valt Poetins leger Oekraïne binnen. In Finland is iedereen geschokt en verdrietig, niet alleen om het lot van de Oekraïners en de jonge Russische mannen die ongewild worden meegetrokken in de megalomanie van hun dictator, maar ook omdat de zwarte geschiedenis nog niet afgesloten blijkt. ‘Het is maar goed dat mijn oma dit niet hoeft mee te maken’, zegt mijn vrouw. Als klein kind uit Karelië groeide ze in Zweden op in een gastgezin. Na de oorlog was haar geboortegrond Russisch geworden.
In de nacht van Poetins aanval is het wat warmer geworden en gaan waaien. Het duurt nog weken voor de dikke laag sneeuw verdwenen is, maar van de schitterende witheid van de dag ervoor is niets meer over. De gelijkenis met de kwetsbaarheid van vrijheid en vrede raakt me.
Op haar kamer wacht Aino me op met haar dochter en kleinzoon. De afweercellen in haar bloed zijn onverwacht weer tot normale waarden gestegen en dat is zelfs aan haar gezicht af te lezen. Weerbaar en vastberaden zit ze in haar rolstoel. Het infuus heeft ze niet meer nodig. Met zijn vieren spreken over haar gezondheid, over de dood, maar ook over de geschiedenis van toen en nu. Aino heeft haar plan al gemaakt. ‘Morgen, overmorgen ga ik naar huis.’
Emigreren naar Finland toen en nu door Maaike Beenen
It’s almost the end of the year and this month I’ve been living 20 year in Finland. It feels like a lifetime ago, when on the shortest day of 2001, as a 4th year Communication student, I stepped on the plane from the Netherlands to this for me rather unknown country called Finland. It was only a few months after the 11 September attacks. The Finnish ‘Markka’ was in its last 1,5 week as currency, the Nobel prizes were celebrating its 100th year and Tarja Halonen was still president. That day, I arrived to Helsinki and travelled to Jyväskylä by train, where snow was plenty and it was -28°C. I did not know much about Finland as a country but my first impression was that it’s beautiful.
After graduating, I didn’t have much work experience, didn’t speak Finnish, lived in small cities and towns, and did not feel very certain after many unsuccessful job applications. So the only way was to fill my skill gaps and go forward, I learned Finnish, and worked on learning coding, design and User Experience.
The best part during this time was traveling and meeting a lot of nice people wherever I lived: Jyväskylä, Ylivieska, Kajaani, Tupos and later Oulu. One of the best memories of those early days, were when my kids were small and sometimes joined me to meetings. Although the first 10 years might not have been the easiest but they taught me a lot. Several times, I felt to quit trying to find work with my education and settle for something less, but even that didn’t seem to work out. At one point, when I didn’t get enough design projects, I applied for a cleaning job – but didn’t get hired for that as I couldn’t start before 6 am with 2 small children… I just wanted take a plane back to the Netherlands. Eventually I didn’t and decided to keep hanging on.
A month later, almost 10 years after arriving to Finland, I got a call to work as a consultant which was my lucky moment, and a turning point in my life 🍀.
Since then, I’ve worked hard. One possibility led to another, and at this point I can say that I have worked with or for some of the most renowned Finnish companies as subcontractor with my own company, and nowadays as employee at Valamis. It might sound cliché but I can’t say other than that I have worked and am working with a bunch of amazing people, have met inspiring entrepreneurs and learned a lot along the way.
So, this month, after 20 years of living here, some things haven’t changed: Finland’s beautiful nature, the northern mentality and innovative technology opportunities. However, we are now using the Euro as currency, Sauli Niinistö has been president for quite many years, and climate scientists got the Nobel Prize in physics for the first time in its 120 year history. And that’s how it goes. Some things remain the same, some things change and life has its ups and downs. I’m still me: a rather shy girl from Fryslân, likes to spend time with friends and family, explore nature, do sports and who doesn’t quit easily, but instead has learned to adjust plans when needed. Certainly, everything has changed too: I am working in a dream job at Valamis, have an MBA, speak Finnish and am living my best life. As an expat, it brought its challenges and difficult times but work has given me a way to be part of society, feel like an equal citizen and often made me challenge myself as a person to get out of my comfort zone and finally find my way here.
Life is about the people you meet and for this, I have to say thank you to each and everyone who has been part of my journey in these past 20 years. You know who you are! A special thanks to Valamis to hire me and trust me in my development and my daily work. Sometimes one possibility can mean the world to someone. For anyone else who needs a lucky moment: keep on going and hopefully 2022 is your time. Fortuna Eruditis Favet!
Aavasaksa, Finland – een expeditie
Introductie:
Eind maart staat het boek ‘Niemandsland’ van Adwin de Kluyver centraal in onze leesclub in samenwerking met Grietje Braaksma van Boekhandel Broese in Utrecht. Om iedereen alvast kennis te laten maken met het werk van deze schrijver van literaire non-fictie publiceren we hier een Fins verhaal uit zijn eerdere boek ‘Het gedroomde Noorden – een atlas’.
In ‘Het gedroomde Noorden’ volgt De Kluyver met een vinger over de kaart de fascinerende verhalen van ontdekkingsreizigers en gelukzoekers, wetenschappers en fantasten, doeners en denkers, van idealisten en charlatans. Allemaal verlangden zij op geheel eigen wijze naar het Noorden en speelden ze een rol in hoe wij in de loop der eeuwen naar de bovenkant van de aarde zijn gaan kijken.
In een eigenzinnig mengsel van reisverslag, atlas en tragikomische geschiedschrijving neemt De Kluyver de lezer mee op een enerverende, literaire leunstoelreis langs mythes, legendes, overleveringen, wetenschappelijke ontdekkingen, verdichtsels, utopieën en hersenschimmen. Verplichte literatuur voor iedereen die in het Noorden woont. Of van het Noorden droomt.
Grietje Braaksma riep ‘Het gedroomde Noorden’ al eens uit tot Boek van de Week op Radio 4. ‘’Het is non-fictie maar het is heel erg mooi opgeschreven. Het is anders en verrassend, heel erg aanstekelijk. Die Adwin de Kluyver is gewoon een fantastische, smeuïge verteller!’’
Het boek is te bestellen via de boekbespreking d.d. 27 maart a.s. [via de vereniging bij Broese].
Aavasaksa, Finland – een expeditie
66° 23’ NB, 23° 43’ OL
Dit moet zijn moment van triomf worden. Hij, de wetenschapper die naar het uiteinde van de aarde is gereisd, die ontberingen heeft doorstaan, die de aarde een andere vorm heeft gegeven. Heel de wereld zal hem nu leren kennen. Zijn naam zal voor eeuwig in de encyclopedieën staan. Zijn schilderij zal in het Louvre hangen. Tenminste, als die verdomde kunstenaar een beetje meewerkt.
Was de aarde nou een mandarijn of een citroen? Natuurlijk was de wereld bolvormig, dat wisten Plato, Aristoteles en Pythagoras al, maar wat was de exacte vorm van die bol. Afgeplat van boven en spitser in het midden of juist langwerpig en spits van boven: mandarijn of citroen?
Meten is weten. De van oorsprong Italiaanse astronoom Giovanni Domenico Cassini kwam eind zeventiende eeuw met het eerste wetenschappelijk onderbouwde antwoord. Als directeur van de sterrenwacht in Parijs had hij in 1669 van koning Lodewijk XIV de opdracht gekregen Frankrijk geheel in kaart te brengen. De Zonnekoning wilde wel eens weten hoe groot zijn rijk nu eigenlijk was. Dat viel tegen. Na decennialang meten bleek Frankrijk aanmerkelijk kleiner dan gedacht. Hoeveel gebieden Lodewijk tijdens verschillende oorlogen ook had veroverd, het meeste land verloor hij aan Cassini.
Die deed nog een ontdekking. Door de landmeetkundige resultaten te combineren met sterrenkundige metingen was de ronding van de aarde te berekenen. Wanneer de aardkloot perfect rond zou zijn, dan zou een verplaatsing van een graad in een noord-zuidrichting langs een meridiaan overal 111 kilometer moeten zijn. Wanneer die lengte toe zou nemen, dan zou dat betekenen dat de ronding van het aardoppervlak juist af zou nemen. En laat dat volgens Cassini nou net in Noord-Frankrijk het geval zijn. Ergo: de aarde was een mandarijn. En dat was dat.
Totdat zoon Jacques Cassini, die zijn vader was opgevolgd als directeur van de Parijse sterrenwacht, een jaar na de dood van Cassini senior, in 1713 een ernstige rekenfout constateerde in de onderzoeksresultaten. De conclusie moest juist zijn dat de aarde een citroen is. En dat was dat. Althans, volgens Jacques Cassini.
Maar de twijfel was gezaaid. Binnen de Academie van Wetenschappen broeide en gistte het. Zeker toen uit Engeland een nieuwe theorie kwam overwaaien. Het heelal zou volgens ene Isaac Newton in balans worden gehouden door aantrekkingskrachten tussen hemellichamen. De zon trok de aarde aan en de aarde de zon en zo draaide de planeet om de ster. Het was een spel van krachten die elkaar in evenwicht én beweging hielden. In stilstand zou de aarde geheel rond zijn, maar juist door die draaiende beweging en de centrifugale krachten kreeg de aardbol een licht afgeplatte vorm.
Tot zover de theorie. Een jonge, talentvolle en welbespraakte wetenschapper binnen de Academie kwam met een voorstel om de ideeën van Newton in de praktijk te toetsen. Om de vorm van de aarde te meten zouden er twee metingen met een lengte van ten minste een volledige breedtegraad moeten plaatsvinden. Die plekken moesten wel zo ver mogelijk uit elkaar liggen, bij voorkeur rond de Pool en de Evenaar. En zo geschiedde. De Franse koning Lodewijk XV, die toen nog ‘De Geliefde’ werd genoemd, financierde twee expedities. In 1735 vertrok een schip naar Peru, een jaar later stak een tweede schip van wal op weg naar het Noorden. Aan boord: de jonge, briljante wetenschapper met de grote mond; hij zou in Lapland de aarde voorgoed een stukje platter gaan maken.
***
Pierre-Louis Moreau de Maupertuis wordt op 28 september 1698 in de Franse havenplaats Saint-Malo geboren. Zijn vader heeft als koopman fortuin gemaakt en had als gedeputeerde van de provincie Bretagne enige politieke invloed. Hij stuurt zijn zoon op zestienjarige leeftijd naar Parijs waar hij filosofie ging studeren. Daar ontwikkelt de jonge Maupertuis zich als een waar Verlichtingsdenker die niets voor zoete koek slikt en vragen stelt bij elke overgeleverde kennis. Na een korte en comfortabele carrière als musketier in vredestijd krijgt hij een betrekking bij de prestigieuze Academie van Wetenschappen en scheept hij in naar Engeland waar hij kennis opdoet over meetapparatuur en het Newtonianisme. Na zijn terugkomst moet hij enige tijd in de provincie herstellen van syfilis. Daarna stort hij zich enthousiast op een reeks experimenten die vragen stellen bij kennis die al eeuwenlang voor waar werd aangenomen. Hij werpt vele salamanders in een brandende haard en prikt de mythe door dat reptielen onbrandbaar zouden zijn. En hij voert een lange serie proeven uit waarbij hij honden laat bijten door schorpioenen. De meeste viervoeters leggen het loodje, maar enkelen blijven leven. Wanneer een andere kwestie niet zijn aandacht zou hebben getrokken, dan zou hij ongetwijfeld ontdekt hebben dat er zoiets bestond als immuniteit.
Want Maupertuis is ongeduldig. Vanaf 1732 mengt hij zich in het debat over de vorm van de aarde. Zo raakt hij ook bevriend met invloedrijke figuren binnen het Newtoniaanse kamp, zoals de filosoof, dichter en vrijdenker Voltaire en de geleerde Madame du Châtelet, met wie hij niet alleen kennis maar ook het bed deelt. Dankzij deze machtige vrienden reist hij op vrijdag 20 april 1736 als expeditieleider naar Duinkerken in het gezelschap van landmeters, astronomen en wiskundigen.
***
Honderden mijlen rijdt Maupertuis nu al in een karos over hobbelige paden. In de overdekte koets zitten ook de Zweedse hoogleraar sterrenkunde Anders Celsius en het Franse rekenwonder Alexis Clairaut. In een tweede karos volgen de andere expeditieleden: de landmeter Charles Etienne Louis Camus, de jonge astronoom en wiskundige Pierre Charles Le Monnier en Reginaud Outhier, die is aangesteld als correspondent voor de Academie.
De bewoonde wereld hebben ze al enige tijd achter zich gelaten. Met een klein zeilschip zijn ze eerst van Duinkerken naar Stockholm gevaren. Het is geen prettige reis. Hoewel het voorjaar is, zijn de temperaturen zeldzaam laag. Het sneeuwt zelfs wanneer ze door Zweedse wateren varen. De meeste academici zijn zeeziek.
In Stockholm worden ze verwelkomd met drie kanonschoten en dineren ze bij koning Fredrik I. Maupertuis probeert uit te leggen wat ze in Lapland gaan doen, maar de Zweedse vorst lijkt hem niet te begrijpen. Een uitstekend jachtgebied, herhaalt hij steeds, aan het einde van het diner doet hij de Fransman een jachtgeweer cadeau. Maupertuis bezoekt ook nog een kerkdienst in de lutherse Santa-Klarakerk en verbaast zich over de strenge regels bij de protestanten. Slapende kerkgangers krijgen van de koster met een lange stok een klap op het hoofd.
Aanvankelijk is de reis per koets nog comfortabel. De weg naar Uppsala, de universiteitsstad waar Celsius hoogleraar is, is goed onderhouden. Om de halve mijl staan er rode wegwijzers. In de ommuurde stad worden ze ontvangen door de gouverneur die hen trakteert op een copieuze maaltijd. Aan de witte wijn moet Maupertuis even wennen, die is op smaak gebracht met sinaasappels en suiker.
Dan is het gedaan met de weelde. Bij de posten waar ze de paarden verversen moeten ze vaak urenlang wachten omdat de boeren uit de omgeving eerst een paard gaan zoeken en vangen. Een oversteek van een rivier neemt bijna een dag in beslag. De koetsen worden op twee aan elkaar gebonden roeiboten gezet en overgevaren. Maupertuis durft tijdens de overtocht niet in de karos plaats te nemen, zo vervaarlijk deinen de scheepjes op het wilde water. De maaltijden zijn eentonig. De boeren zetten hem steeds weer eieren en zure melk voor. De nachten brengt hij noodgedwongen in de gesloten koets door, de zwermen muggen zijn dol op zijn Franse bloed.
En verder gaat het weer, langs bossen, moerassen, rivieren en nog meer muggen. Langzaam kruipen de twee schommelende koetsen naar het noorden. Dan raakt het geduld van Maupertuis op. Wanneer ze in de buurt van de kust zijn, laat hij de groep achter zich en neemt een schip naar het noorden.
Maupertuis bereikt als eerste de eindbestemming: Tornio. Het stadje ligt enkele mijlen landinwaarts in de oksel van de Botnische Golf. In drie straten staan zeventig huizen en een kerk met losse klokkentoren. Alles is hier van hout.
Met gouverneur Gyllengrip verkent hij het gebied. In het stadje wonen Zweedse kooplieden en gezagdragers, op het immense platteland de Finse boeren en Lapse herders. Maupertuis vaart 50 kilometer noordwaarts over de Tornio-rivier, bij het dorp Övertornea beklimt hij de Aavasaksa-heuvel. Hij ziet wat hij zoekt. De brede rivier die recht naar het noorden stroomt, een vrij uitzicht van tientallen kilometers en enkele heuveltoppen die kunnen dienen als markeringspunt. Hier in Lapland gaat Maupertuis de lengte van een breedtegraad meten.
De methode is beproefd, al in de zestiende eeuw beschreef de Nederlandse wiskundige Gemma Frisius de driehoeksmeting. Wanneer van een driehoek de lengte van een zijde en de graad van twee hoeken bekend is dan zijn de twee andere zijdes eenvoudig te berekenen. Door verschillende driehoeken aan elkaar te plakken kunnen grote afstanden in kaart worden gebracht.
In juli 1736 zijn de andere expeditieleden na drie maanden reizen inmiddels gearriveerd in Tornio. Veel inspraak in het expeditieplan krijgen ze niet, Maupertuis heeft alles al uitgedacht. Hij laat een voorraad beschuit, enkele vaten wijn, een stapel rendierhuiden om op te slapen, een paar tenten, twee kwadranten, een pendule en wat thermometers inpakken. De wetenschappers en hun bedienden stappen in een paar bootjes. Twintig Finse huursoldaten, die in het dagelijks leven boer zijn, roeien Maupertuis en zijn gevolg stroomopwaarts. Bij een heuvel richten ze hun eerste baken van ontschorste boomstammen op. Achter zich zien ze nog de houten klokkentoren van Tornio.
Ze trekken verder naar de Aavasaksa, de heuvel die een centrale plaats inneemt in het stelsel van driehoeksmetingen. Tien dagen kamperen Maupertuis en de wetenschappers op de top. De soldaten kappen alle bomen zodat ze een vrij uitzicht hebben. Nieuwsgierige Finse boeren en Lapse herders komen het wonderlijke gezelschap bekijken en verkopen hun vis, schapenvlees en bessen. De vrouw van de dominee uit Övertornea laat op de Aavasaksa een gehaktschotel met groente bezorgen. Maupertuis springen de tranen in de ogen wanneer hij een hap neemt van de met suiker en citroenschil bereide erwten. De Finse soldaten lachen erom. Zij hebben genoeg aan wat gedroogde vis, harde crackers en zure melk.
Er volgen nieuwe heuvels met namen die uit willekeurige lettergrepen lijken te bestaan: Iso-Horila. Kaakama, Nivavaara, Huitaperi, Horilankero, Pullinki, Niemi en de meest noordelijke top, de Kittisvaara. Maupertuis steekt moerassen over waarin met boomstammen een pad is uitgezet, hij ontdekt dat er rond de poolcirkel ook rode rozen groeien en verbaast zich over een rendier dat de hele dag met hem meeloopt. In zijn notitieboek tekent hij een drievoudige regenboog. Hevige regen en vele uren zon wisselen elkaar af, wolken muggen belagen de Franse wetenschappers. Maupertuis draagt inmiddels een lappmude, een muts van rendierhuid die hem moet beschermen tegen muggenbeten. Op zijn veldbed laat hij zich bedekken met dennentakken, maar ook dan nog weten de insecten hem te vinden. Tijdens een nachtelijke wandeling raakt hij bekneld tussen twee rotsen, even lijkt het alsof zijn dijbeen is gebroken, maar na een paar dagen kan hij weer lopen.
Er zijn meer tegenslagen. Tijdens metingen op de heuvel Iso-Horila vergeten de Franse landmeters een vuurtje uit te maken. De volgende dag ziet Maupertuis vanaf een andere top de beboste heuvel in brand staan. Vijf dagen lang woedt het vuur. Ook andere heuvels met bakens worden nu bedreigd. Maupertuis huurt dertig mannen in om de brand te bestrijden. Het baken op de heuvel moet worden herbouwd, gelukkig zijn de Fransen niet vergeten om de exacte plek in de rotsen te markeren.
Op 6 september meten ze de laatste hoek. Op de kaart staat een zevenhoek met daarin zes driehoeken verwerkt, het moet genoeg zijn om de lengte van een volle breedtegraad te berekenen.
De winter komt eraan, het noorderlicht flitst groen langs het hemelgewelf. Het gezelschap heeft onderdak gevonden in Tornio en kan het goed vinden met de lokale bevolking. Enkele Finse boeren zijn zo over de buitenlandse gasten te spreken dat ze emigratieplannen maken. Zij zullen alle Fransen wel eens even op zalm leren vissen. Maupertuis verwondert zich over de vele sauna’s die hier bij de huizen staan. In Parijs is een badkamer een luxe, hier gaat iedereen bijna dagelijks naar de sauna. Een keer bezoekt hij zelf een badhuis. Hij ziet hoe de bezwete mannen elkaar met takken slaan en daarna naakt de sneeuw in lopen.
De lange, donkere avonden vult Maupertuis met zang en dans en andere Parijse dingen. Er zijn nog wat vaatjes rode wijn, een drank die de lokale bevolking aanvankelijk aanziet voor schapenbloed. En er zijn meisjes; mooie meisjes met blonde haren en grote boezems. Vooral de dochters van koopman Planström mogen er wezen. Maupertuis verliest zijn hart aan Christine en schrijft een gedicht voor haar.
Ik had Christine in de sneeuw verloren
Geliefde, stelde je me op de proef? Beminde,
vergeefs zocht ik je, jij die mij zo kon bekoren.
Christine, om jou terug te vinden, helaas! Hoe kon ik erop hopen.
Ik was verstijfd van smart en kou
en voelde tranen in mijn ogen lopen,
als ik door mijn tranen heen ontdekken zou,
waar sneeuw ligt, smetteloos wit en fijn
dan rende ik erheen, daar moest Christine zijn.
Samen met de andere wetenschappers voert hij nog enkele metingen in het onderzoeksgebied uit. Vanaf de meest noordelijke berg, de Kittisvaara, en de meest zuidelijke punt, de houten klokkentoren van Tornio, meten ze de hoek waaronder de ster Delta in het sterrenbeeld Draak staat. Het verschil in graden tussen de twee meetpunten, gecombineerd met de lengte van een breedtegraad zal later de ronding van de aarde onthullen. Maar eerst wachten ze totdat de winter volledig zijn intrede heeft gedaan.
Vanaf november is het landschap geheel met sneeuw bedekt en is de rivier dichtgevroren. Maupertuis besluit dat ze op het vlakke rivierijs de zijde van een driehoek gaan opmeten. Om de lengte van deze basislijn te bepalen zullen ze boomstammen achter elkaar leggen, maar die zullen dan wel eerst de juiste maat moeten hebben.
Maupertuis heeft uit Parijs een ijzeren toise, een Franse lengtemaat van 1,80 meter, meegenomen. Omdat ijzer krimpt bij lagere temperaturen stoken ze de kamer waarin ze werken op tot Parijse temperaturen. Aan de hand van de metalen stok zagen ze de stammen precies op maat, een afwijking ter dikte van een vel papier vindt Maupertuis al te veel. Niemand anders dan de Fransen mogen de palen aanraken of dragen.
Bij een temperatuur van -18 schuifelen de wetenschappers in het halfduister over het ijs. Er is een lijn langs piketpaaltjes gespannen. Daarlangs leggen ze zorgvuldig de houten toises. Maupertuis ziet erop toe dat de uiteinden elkaar raken, een fout zou nu fataal zijn voor de berekeningen. Om zeker te zijn van zijn resultaten heeft hij de groep in tweeën gesplitst. Beide ploegen moeten hetzelfde traject meten. Elke landmeter legt uiteindelijk 370 palen neer, 1480 keer lopen ze met een boom heen en weer. Het verschil in de meetresultaten is te verwaarlozen. De ene ploeg meet 7406 toises en 5 voet, de andere ploeg 4 duimen, bijna 11 centimeter, meer. Een meer dan acceptabele afwijking. Uitgelaten proost Maupertuis met zijn landgenoten op het succes van de expeditie. Een van de Fransen vriest vast aan een zilveren beker met brandewijn waarbij hij de huid van zijn lip lostrekt. Op de terugweg zit een bezwete Maupertuis stil op een door een rendier getrokken slee. Twee van zijn tenen bevriezen.
***
Op 20 augustus 1737 keert Maupertuis na een maandenlange terugreis per karos terug in Parijs. Aanvankelijk is de ontvangst nog feestelijk. Hij krijgt een diner in aanwezigheid van enkele ministers en de koning aangeboden. In november presenteert hij voor een bomvolle zaal in het Louvre zijn reisverslag en meetresultaten. Hij vertelt in geuren en kleuren over de geleden ontberingen. De andere expeditieleden vergeet hij te noemen. Uitgelaten zwaait hij met de berekeningen die hij heeft uitgevoerd. Een breedtegraad in Lapland telt 111,95 kilometer, een breedtegraad in Frankrijk 111, 1 kilometer, weten de gewaardeerde collega’s wel wat dat betekent?
De triomf blijft uit. Maupertuis krijgt een storm van kritiek te verduren. Tijdens zijn jarenlange afwezigheid is de steun voor de theorieën van Newton afgekalfd, de belangrijkste pleitbezorgers waren immers op expeditie, naar Lapland en Peru. En terwijl heel Europa al lang de zwaartekrachttheorie heeft omarmd, blijven de Franse academici de inmiddels achterhaalde theorieën van Descartes steunen. Maupertuis noemen ze een nestbevuiler, een ijdeltuit die naar het andere eind van de wereld is gereisd om daar zijn eigen gelijk op te meten. Tussen Jacques Cassini – hoofd van de Parijse sterrenwacht en warm pleitbezorger van de theorie van de langwerpige aarde – en Maupertuis ontstaat een persoonlijke vete die jaren zal duren.
De leden van de Academie mogen hem dan hebben weggezet als een charlatan, in de Parijse salons is Maupertuis een graag geziene gast die met smaak over zijn avonturen kan vertellen. Adellijke dames zien hem als een interessante verovering. Maupertuis legt, alsof het een wetenschappelijk experiment betreft, een omvangrijke verzameling maîtresses aan. Uit Engeland krijgt hij met enige regelmaat van de president van de Royal Academy condooms opgestuurd, de voorbehoedmiddelen zijn in Frankrijk nauwelijks verkrijgbaar. Het cadeau moet hem beschermen tegen de gevaren waaraan schoonheden de man blootstellen, schrijft zijn academische vriend. De syfilis tiert welig in de salons en boudoirs.
Dan staan ineens de gezusters Planström op de stoep, de blonde schonen met wie Maupertuis in Lapland warme winternachten heeft beleefd. Christine en Elisabeth, die eigenlijk Ingebord heet, zijn hem achterna gereisd. Maar in het mondaine Parijs valt het uiterlijk van de plattelandsmeisjes ineens wat tegen. Er zouden trouwbeloften zijn gedaan, maar Maupertuis weet van niets. Met hulp van een van zijn minnaressen worden de meisjes weggestopt in de provincie. Christine gaat naar een klooster. Elisabeth trouwt een Fransman. Het huwelijk eindigt in 1761 in een scheiding. Na een proces krijgt de Scandinavische vrouw vier jaar gevangenisstraf. Ze vecht jarenlang voor een vergoeding en krijgt uiteindelijk een bescheiden pensioen toegewezen. De Franse aristocratie vermaakt zich opperbest met de kwestie. In de Parijse salons raken ze niet uitgepraat over Maupertuis en de Lapsen. Zijn oude vriend Voltaire zet hem voor gek in een hekeldicht.
Dan keert onverwacht het tij. César-François Cassini, de derde generatie in de astronomendynastie, heeft de meridiaan van Parijs opgemeten en geeft toe dat de resultaten van zijn grootvader en vader onbetrouwbaar zijn. Uit de kleine afwijkingen in hun metingen zijn conclusies van enorme proporties getrokken. De Academie erkent vervolgens alsnog dat de metingen in Lapland zeer zuiver en systematisch hebben plaatsgevonden. Wanneer na jarenlange vertraging en onderlinge twisten ook de Peruaanse expeditie eindelijk weer opduikt, haalt Maupertuis definitief zijn gelijk. De afstand tussen twee breedtegraden is rond de Evenaar kleiner dan in het Noorden.
***
En zie, daar staat hij dan, Pierre-Louis Moreau de Maupertuis. Met brede armgebaren oreert hij driftig tegen de man tegenover hem. De pruik zakt steeds scheef op zijn hoofd, dan weer naar links, dan weer naar rechts. Zijn kleine kraalogen verraden zijn ongeduld. Met een vinger priemt hij op het tekenpapier.
Het is het najaar van 1739. We bevinden ons in het atelier van de schilder Robert Tournières aan de Rue Sainte-Anne in Parijs, vlak bij het huis van Maupertuis in dezelfde straat. De kunstenaar is niet de minste. Hij is lid van de prestigieuze Academie van Schilder- en Beeldhouwkunst. Eerder maakte hij al schilderijen van de hogere adel en kabinetsleden. Het portret van de kanselier d’Aguesseau en Pontchartrain, de minister van Marine, is onlangs nog tentoongesteld in het Louvre.
Tournières heeft wel eerder wetenschappers geportretteerd. Maar dat waren allemaal bedaagde heren die afgebeeld werden voor hun boekenkast of achter hun bureau. Maar niet deze Maupertuis. Op zijn verzoek is in de studio een decor gebouwd waarin hij zal poseren. In het atelier staat een robuuste stenen raampartij. Het moet lijken alsof de wetenschapper vanuit een academiegebouw zicht heeft op het Noorden. Maupertuis neemt plaats in de vensteropening en wijst minzaam glimlachend naar een scène op het achterdoek. Daar moet Tournières een noordelijk landschap schilderen, een koude vlakte met Lapse hutjes en een besneeuwde heuveltop waar rook vanaf kringelt. Naast Maupertuis liggen op de vensterbank nonchalant een diagram met meetresultaten en een paar beenwarmers van bont gedrapeerd. Op het paneel onder het raam wil hij een afbeelding van zichzelf op een door een rendier getrokken slee.
De wetenschapper heeft zich aangepast aan de winterse omstandigheden op het doek. Maupertuis draagt een rijkelijk geornamenteerde jurk van rendierleer; een ceintuur van rood satijn, versierd met gouden bies en borduursels houdt de leren robe op zijn plaats. Op zijn hoofd draagt hij over zijn pruik een bontmuts, de lappmude die hem in het Hoge Noorden moest beschermen tegen kou en muggen.
Met Tournières twist Maupertuis nu over de positie van zijn linkerhand. Hij wijst ongeduldig naar de schetsen en de globe die in het decor op de vensterbank staat.
‘De vingertoppen moeten boven de wereldbol zweven,’ instrueert hij. ‘Alleen mijn handpalm raakt de Pool en duwt de aarde naar beneden waardoor deze bij de evenaar boller wordt, net als bij een ballon.’
‘Maar tijdens het poseren legt u uw gehele hand wel op de globe,’ sputtert Tournières tegen.
‘Hoe vaak moet ik nog zeggen dat de aarde niet rond is,’ briest Maupertuis. ‘Uw globe is achterhaald, een oud model, daar klopt niets meer van. U heeft slechts één eenvoudige taak: uw schilderij moet het publiek mijn ontdekking tonen namelijk dat de aarde een afgeplatte bovenkant heeft. Het is eigenlijk heel simpel: de wereld is een mandarijn en u schildert een mandarijn.’
Pierre-Louis Moreau de Maupertuis (1698-1759) was een Franse wetenschapper die intellectuele ambities paarde aan een honger naar status, roem en macht. Hij bewoog zich zowel in academische als aristocratische kringen. Zijn publicatie over de expeditie naar Lapland en de vorm van de aarde trok de aandacht van de Duitse koning Frederik de Grote die de Fransman in 1744 benoemde tot president van de Pruisische Academie van Wetenschappen in Berlijn, een functie die Maupertuis tot zijn dood zou bekleden.
Zijn onderzoek bestreek een breed veld – wiskunde, natuurkunde, sterrenkunde, geologie en biologie – waarbij hij de strenge regels van de exacte wetenschap combineerde met een meer losse, literaire stijl van de filosofische vrijdenkers. Het optreden voor een adellijk publiek was voor hem minstens zo belangrijk als erkenning uit de academische wereld.
Onder collega’s had Maupertuis de reputatie dat hij dan wel een briljant denker was maar dat hij zelden onderzoeken afmaakte. Zijn theorieën over natuurlijke selectie en overgeërfde eigenschappen kunnen worden gezien als een eerste aanzet tot de vorming van de evolutietheorie, ruim een eeuw later.
Het portret dat Robert Tournières van Maupertuis maakte, werd in 1741 geëxposeerd in het Louvre. Van het schilderij zijn diverse kopieën en gravures gemaakt die door heel Europa zijn verspreid. Maupertuis trad daarmee in de voetsporen van de Zweedse botanist Carl Linnaeus, die vier jaar voor hem Tornio bezocht en daarna furore maakte met een verslag over zijn expeditie naar het Hoge Noorden. Ook Linnaeus liet zich schilderen in een Laps fantasiekostuum. Wat Maupertuis niet wist is dat Linnaeus slechts achttien dagen in Lapland had doorgebracht. Omdat hij door de universiteit van Uppsala betaald werd per afgelegde kilometer verzon hij op basis van andere reisbeschrijvingen een uitgebreide reis door het Hoge Noorden. Voor zowel Linnaeus als Maupertuis was een dergelijk portret een belangrijk onderdeel van een publiciteitscampagne. De onderzoekers konden zich door middel van een schilderij en gedrukte prenten neerzetten als zelfverzekerde en bereisde heren van stand die uit naam van de wetenschap ontberingen hadden doorstaan in de verste uithoeken.
Pas in 1801 werd duidelijk dat Maupertuis enkele fouten had gemaakt tijdens de expeditie. De Zweed Jöns Svanberg mat via een gedetailleerdere driehoeksmeting de afstand tussen Tornio en Kittisvaara na en kwam uit op een afstand die 400 meter korter was. In 1928 liep de Finse onderzoeker Yrjö Leinberg alle Franse berekeningen nog eens na en ontdekte dat het instrument waarmee de gradenmeting naar de ster uit het sterrenbeeld Draak was uitgevoerd, niet goed stond afgesteld. Maupertuis schilderde de afplatting van de aarde groter af dan die daadwerkelijk is.
In de negentiende eeuw maakten Zweedse en Russische landmeters gretig gebruik van de waarnemingspunten van Maupertuis. Tussen 1816 en 1855 maten zij de geodetische boog van Struve – genoemd naar de initiatiefnemer, de Duits-Russische astronoom Friedrich Georg Wilhelm von Struve (1793-1864) – op. Deze graadmeting met een lengte van 2820 kilometer liep van het Noord-Noorse Hammerfest tot aan de Zwarte Zee en moest de omvang en vorm van de aarde bepalen. De geodetische boog van Struve staat tegenwoordig op de Unesco Werelderfoedlijst.
In Finland herinneren monumenten op de top van de Aavasaksa en de Kittisvaara aan de expeditie van Maupertuis. In Tornio staat nog steeds de houten kerk met klokkentoren van waaruit de Franse expeditie metingen verrichtte. Uit hedendaagse berekeningen met satellietapparatuur blijkt dat de aarde inderdaad geen perfecte bol maar een ellipsoïde is. De afstand vanaf de Noordpool tot het midden van de aarde, de zogenaamde straal, is 21,38 kilometer korter dan de straal gemeten vanaf de Evenaar naar het middelpunt.
Adwin de Kluyver
Nieuwjaarsborrel NviF en NieuwjaarsQuiz
Wederom werd dit jaar de Nieuwjaarsborrel van de NviF digitaal gehouden met als hoogtepunt de NieuwjaarsQuiz waar mooie prijzen te winnen waren.
Benieuwd naar de winnaars?
https://create.kahoot.it/podium/live-game/460ceadc-13b6-4815-a2f9-cf33a9f99ac9/1643546855383
Hierbij de juiste antwoorden:
Q1 Hoeveel vrouwen zitten in het nieuwe Nederlandse kabinet? |
A1 10 |
Q2 Waar in Finland staat het momument van de winteroorlog? |
A2 Suomussalmi |
Q3 Hoeveel mensen wonen er in het noorpoolgebied? |
A3 Vier miljoen |
Q4 Hoe oud is Finnair? |
A4 98 jaar |
Q5 Wie is de huidige ambassadeur van Nederland in Finland? |
A5 Govert Jan Bijl de Vroe |
Q6 Welk Laps woord (Pohjoissaame) is geen woord voor een bergtop? |
A6 bákti |
Q7 Hoe heet het schip, dat vorig jaar maart dagen vast zat in het Suez-kanaal? |
A7 Ever Given |
Q8 Wat is de naam van de vulkaan op La Palma, Mallorca, die vorig jaar maanden uitbrak? |
A8 Cumbre Vieja |
Q9 Welke Griekse letter werd overgeslagen bij de benaming van de corona-varianten? |
A9 xi |
Q10 Welk dier van de Chinese dierenriem staat symbool voor het komende jaar 2022? |
A10 Tijger |
Q11 “Altijd is Kortjakje ziek” is een liedje uit de 17de - 18de eeuw. Wat bedoelde men in die tijd met het “Kortjakje”? |
A11 Een jenever drinkende vrouw |
Q12 Wat is de correcte schrijfwijze voor het voltooid deelwoord van ‘deleten’? |
A12 Gedeletet |
Q13 In Zweeds Lapland wordt in de winter de 'Ice Ultra' loopwedstrijd georganiseerd. Welke afstand moet er worden afgelegd? |
A13 230km |
Q14 Welke cabaretier gaf afgelopen oudjaar de Nederlandse oudejaarsconference? |
A14 Peter Pannekoek |
Q15 Hoeveel mensen mochten er op nieuwjaarsdag 2022 bij het Nieuwjaarsconcert in Wenen aanwezig zijn? |
A15 1000 mensen plus de musici en dansers |
Q16 Welke gast mochten de NL voetbalfans op villa Kivi afgelopen zomer in hun midden hebben tijdens de EK wedstrijd CZ-NL? |
A16 de ambassadeur van Tsjechië. |
Q17 Hoeveel jaar bestaat de Nederlandse School in Finland dit schooljaar? |
A17 35 jaar |
Q18 Hoe vaak heeft Nederland het Eurovisie songfestival gewonnen? |
A18 5 |
Q19 Hoe vaak heeft Finland het eurovisie songfestival gewonnen? |
A19 1 |
Q20 Welk land heeft het vaakst het Eurovisie songfestival gewonnen? |
A20 Ierland |
Q21 Nikola Tesla was een van de grondleggers van de gelijkstroom |
A21 False |
Q22 Hoeveel Oceanen zijn er op de Aarde? |
A22 7 |
Q23 Welke muziek band komt niet uit Finland? |
A23 Within temptation |
Q24 De formule E=MC2 is de bekende vergelijkding van wetenschapper Albert Einstein |
A24 True |
Q25 De Nederlandse Vereniging in Finland bestaat dit jaar 65 jaar |
A25 False |
Q26 Welk land bezit de meeste eilanden ter wereld? |
A26 Zweden |
Q27 Wat is de naam van het volkslied van Finland? |
A27 “Maamme-laulu” (J.L Runeberg & F. Pacius) |
Q28 In deze afbeelding zie je Labradoodle |
A28 True |
Nieuws van de ambassade Maart 2022
Nieuws van de ambassade:
Graag houden wij u op de hoogte van nieuws en activiteiten van de Nederlandse ambassade in Finland.
Pop-up ambassade in Rovaniemi
Op 24 maart 2022 is er de mogelijkheid om in Rovaniemi een Nederlands paspoort of ID-kaart aan te vragen of vernieuwen. Stuur ons alstublieft zo spoedig mogelijk een e-mail om uw interesse kenbaar te maken indien u van deze mogelijkheid gebruik wenst te maken. U dient van tevoren een afspraak te maken en te zorgen voor de juiste documenten die nodig zijn voor de aanvraag van een reisdocument. Het e-mailadres is: hel-ca@minbuza.nl.
Reclasseringsvrijwilligers gezocht (Helsinki/Turku)
(tekst van Reclassering Nederland)
Bureau Buitenland van Reclassering Nederland zoekt Nederlandstalige vrijwilligers die bereid zijn om regelmatig Nederlandse gedetineerden te bezoeken. Houdt u van vrijwilligerswerk dat uitdagend en boeiend is en u tevens een kijkje geeft in een heel andere wereld dan u gewend bent? Dan is deze oproep wellicht interessant voor u!
Wie zoeken wij?
- u spreekt goed Nederlands en Engels; fijn als u zich ook kunt uitdrukken in het Fins;
- u woont al langere tijd in Finland;
- u bent op de hoogte van lokale gebruiken en opvattingen;
- u bent geïnteresseerd in mensen;
- u beschikt over goede sociale vaardigheden;
- u heeft geduld en kunt goed luisteren.
Wat willen wij?
Zonder begeleiding is een nieuwe start in Nederland moeilijk en de kans op terugval groter. Daarom begint Bureau Buitenland tijdens de detentie met begeleiding. Bureau Buitenland wil zo bijdragen aan het vergroten van het zelfinzicht, de zelfredzaamheid en de re-integratie van Nederlandse gedetineerden in het buitenland.
Wie helpen ons daarbij?
Over de hele wereld beschikt het bureau momenteel over bijna 300 vrijwilligers in 61 landen. Een keer per 6 à 8 weken bezoeken zij Nederlandse gedetineerden. Dat gebeurt om het contact met deze gedetineerden te onderhouden en om reclasseringsbegeleiding vorm te geven.
Onze reclasseringsvrijwilligers zijn daarbij onmisbaar! Zij zijn ‘de uitgestoken handen, de oren en de ogen’ van Bureau Buitenland en onderhouden, namens het bureau, het contact met de gedetineerden.
Wat bieden wij?
- interessant en nuttig werk op een plek waar u anders nooit zou komen;
- u de mogelijkheid om iets te betekenen voor mensen die veel hebben meegemaakt;
- verschillende activiteiten en trainingen ten bate van uw vrijwilligerswerk;
- een vergoedingsregeling voor de kosten die u maakt;
- coaching en ondersteuning door medewerkers van Bureau Buitenland
Meer weten?
Wilt u meer weten over de rol van de vrijwilliger? Kijk dan op onze website: https://www.reclassering.nl/.../burea.../vrijwilliger-worden.
Bent u diegene die wij zoeken en durft u het aan? Neem dan contact op met:
Eva Scherer of Grainne Tumpane, regiocoördinatoren van Bureau Buitenland in Utrecht, tel. +31 888 041090, of via e-mail: vrijwilligerbuitenland@reclassering.nl.
Doe mee met onderzoek naar de dienstverlening van de Nederlandse overheid
Woont u, bijvoorbeeld voor studie of werk, buiten Nederland? En maakt u wel eens gebruik van de dienstverlening van de Nederlandse (Rijks)overheid? Doe dan voor 31 maart 2022 mee aan dit onderzoek. Zo helpt u met het verbeteren van de dienstverlening!
https://surveys.thechoice.nl/s3/dpc2145-k1
Lente!
Je zou het niet zeggen als je buiten de sneeuw en ijs ziet, maar toch is het alweer bijna tijd voor de lente. De dagen worden langer en de temperaturen aangenamer. Door de recente ontwikkelingen in Oekraïne voelt het bijna alsof het onderwerp COVID-19 ineens geschiedenis is geworden. We leven in een stressvolle en onvoorspelbare periode. Probeer rustig te blijven en zorg goed voor uzelf en voor elkaar.
Een vriendelijke groet van het ambassadeteam.
Blijf op de hoogte
Blijf op de hoogte van nieuws gerelateerd aan Nederland/Finland en volg onze Facebook-pagina en/of Twitter. U leest er onder andere over activiteiten in Finland met een Nederlandse component op het gebied van cultuur, handel & innovatie en publieksdiplomatie.
Facebook: netherlandsembassyhelsinki
Twitter: @NLinFinland
Website: https://www.nederlandwereldwijd.nl/finland
Pop-up ambassade in Rovaniemi
Huis te Warmelo
HUIS TE WARMELO
In 2002 werd er in de Finse Golf voor Porvoo een goed bewaard scheepswrak gevonden. Het was het overblijfsel van een oorlogsschip, dat op een diepte van meer dan 6o meter verborgen lag, verder in uitstekende staat verkeerde, tenminste voor een wrak van meer dan driehonderd jaar geleden. Het gezonken fregat is weinig aangetast door de houtworm, die in de Oostzee vanwege het minder zoutgehalte een niet welkom milieu voor hen is en die de meeste wrakken ter wereld onder water ernstig aantasten; voorts ligt het schip min of meer rechtop en is niet uiteengeslagen of onder zand bedolven, misschien wel zo snel gezonken als de Estonia op 28 september 1996. Voordelig voor het conserveren van het schip is ook de temperatuur daarbeneden, iets boven het vriespunt, en uiteraard ook de rust van het water op zulke diepte, minder gestoord door stroming of visserij.
De duikster Immi Wallin is de projectleider van SubZone, een Finse firma die wrakken op- en onderzoekt, ze daarna vakkundig fotografeert en aan de hand daarvan uitvoerig documenteert, zoals bijvoorbeeld ook het geval is bij het wrak van de 'Huis te Warmelo'. Vooral in 2015, 2016 en 2017 zijn ze actief geweest, nadat het wrak een naam gekregen had via Peter Swart, adviseur en projectleider van het West-Friese archief in Hoorn. Deze heeft via zee-archeologen in Estland met de betreffende instanties in Finland contact opgenomen, in 2015, met zijn gegevens over het Nederlandse oorlogsschip 'Huis te Warmelo'. Belangrijk daarbij was een oude Hollandse zeekaart van de zuidkust van Finland, waarop nauwkeurig en uitdrukkelijk vermeld stond, dat er een Nederlands schip vergaan was, voor de kust bij Porvoo, op die en die plek, en wel in het jaar 1715. Dat bleek nu volledig te passen bij het door de Finse duikers gevonden wrak. Daardoor had het al bekende en goed bewaarde wrak een correcte naam gekregen, nu konden zee-archeologische vakmensen concreter en gemotiveerder aan het werk met een gezonken scheepsobject, met een naam nog wel! Bij het vinden van de concrete naam van een wrak viel het me op, dat in 1999 bij Raimo Koivusaari zoals ook bij Peter Swart oude Hollandse kaarten een grote rol gespeeld hebben, dus zulke kaarten à la de Bleau-kaarten, die zijn niet alleen maar beroemd, maar ook nu nog nuttig, actueel en vakkundig getekend. Zij het dat de rol van de kaart in deze gevallen omgekeerd was: Koivusaari heeft met behulp van kaarten de plaats van het wrak, Vrouw Maria, gevonden; Swart heeft daarentegen een al gevonden wrak een naam gegeven via een betrouwbare oude Hollandse zeekaart. Fijn zo!
De samenwerking tussen de Nederlandse, Estische en Finse vakkundige zee-archeologen, duikers en historici was zowel goed als snel, zelfs min of meer perfect. Want op de vraag vanuit Hoorn of zo'n wrak gevonden of te vinden was op de op een oude kaart aangegeven plaats, kwam al snel het enthousiaste antwoord: ”We found your ship!” Ja dus, punt uit! De samenwerking tussen de vakkundige en officiële instanties in West-Friesland en Finland verliep de jaren na 2015 ook soepel en goed. De documentatie van beide kanten (de 'wrakkundige' en officiële kant in Finland, de meer historische kant in Nederland) verliep tevens vlot, vooral ook door de goede samenwerking tussen Imme Wallin met haar collega's en Peter Swart met zijn assistenten. Weer dus: fijn zo!
De interessante rapporten (2016/2017) van Imme Wallin over de situatie rond het wrak op de zeebodem ter plekke en over de concrete toestand van het wrak zelf, staan uitgebreid te lezen op het internet, gedetailleerd en toegankelijk. Peter Swart (de actieve en gemotiveerde initiator in Nederland wat het zoeken naar meer gegevens over 'Huis te Warmelo') heeft van zijn kant het fregat zelf nauwkeurig beschreven. Bijvoorbeeld de bestelling door de (VOC)-Admiraliteit van het Noorderkwartier (=Westfriesland) in 1706, de aanbesteding en de bouw ervan in Medemblik (na Hoorn en Enkhuizen een belangrijke havenstad aan de Zuiderzee), tot het moment dat het schip uiteindelijk klaar in 1713 in de thuishaven lag en toen min of meer zijn maidentrip maakte als konvooifregat (met 11 andere Hollandse en 20 Engelse oorlogsschepen) naar de Oostzee. Dat konvooi was bedoeld als militaire bescherming van 200 Hollandse en 100 Engelse handelsschepen, die op weg waren naar Gdansk, Riga, Tallinn of Petersburg. Bij het laatste traject van de reis (van Tallinn naar St.Pbg) assisteerde 'Huis te Warmelo' met enige Engelse fregatten een stuk of vijftig handelsschepen, die als eindbestemming Petersburg hadden. Sint-Petersburg, de nieuwe hoofdstad van Peter de Grote, gesticht in 1703, maar in 1715 nog volop in opbouw. Die wordende stad had dus heel wat materiaal van overzee nodig, want ter plekke was maar weinig voorhanden. En Finland als deel van het koninkrijk Zweden was juist in oorlog met Rusland, van Zweden uit kon daarom niet veel handelswaar naar St. Petersburg komen. Tijdens deze reis langs de zuidkust van Finland (met veel scheren boven en onder water) is 'Huis te Warmelo' tijdens een storm op een klip gestoten en gezonken. Een gloednieuw oorlogsschip was het, nog volledig onbeschadigd door oorlogsgeweld, want het konvooi van 1715 werd door de Zweden niet aangevallen! 130 leden van de bemanning zijn toen jammerlijk verdronken, de rest (ongeveer 70 man) is gered via de reddingsboten van het Hollandse fregat door een Engels fregat, dat in de buurt was en te hulp snelde, maar jammer genoeg te laat kwam vanwege een treurig misverstand.
Ofschoon het logboek van het schip tot nu toe nog niet is gevonden, heeft Peter Swart de reis van het grote konvooi wel heel boeiend kunnen beschrijven aan de hand van veel vaststaande gegevens. Gegevens vanuit Amsterdam/Hoorn of Londen, waar de meeste schepen vandaan kwamen; gegevens via de Sont-registers, en vooral gegevens van logboeken van andere schepen van het konvooi die in de buurt waren en uiteraard dezelfde reis en dezelfde storm mee hebben gemaakt en nauwkeurig genoteerd. Dit alles staat in geuren en kleuren in het jaarboek 88 (2021) van het West-Friese Archief beschreven. Het was een stormachtige reis, waarbij 'Huis te Warmelo' zoals al vermeld niet tenonder ging via oorlogshandelingen (want ze werden toen wat de Zweden betreft tijdens deze reis niet belastigd) maar letterlijk door het botsen op een verborgen klip voor de kust van Porvoo, waarna het fregat snel zonk. Niet met man en muis, maar toch … twee derde van de opvarenden vond de dood in de woeste wateren van de Finse Golf.
Het voor mij interessantste onderdeel van de onderzoekingen van Peter Swart zijn de bevindingen aan de hand van een volledige bemanningslijst (dus een monsterrol, aanwezig in het West-Friese archief), die hij met de oude Hollandse zeekaart in het archief gevonden had. Op die lijst staat genummerd, met naam en toenaam, ieder bemanningslid opgesomd, met zijn beroepsrol op het schip en met zijn plaats van herkomst. Van kapitein en schipper, van belangrijke militaire personen en navigatie-personeel, van timmerman en zeilmaker, van kok, bakker en chirurgijn tot en met de vele matrozen voor het werk met zeilen en kanonnen en de jongens (= leerlingen) voor de kleine of vervelende, maar noodzakelijke klusjes. Opvallend was wel, dat het hier ging om een zuivere mannengemeenschap, met haar eigen problematiek, maar ook met haar ruige discipline en stevige tucht en tevens oprechte en zangerige vrolijkheid. Zelfs een ziekentrooster was er aan boord, een pastorachtige (calvinistische) figuur, die bij nood, ziekte of dood de medemens bijstond. Een schijnbaar georganiseerd ratjetoe, maar met een strenge hiërarchie en met zo nodig harde hand bijeengehouden.
Van de 200 personen aan boord heeft Peter Swart tot nu toe meer dan 25 mannen (oud en jong) uit de archieven kunnen traceren, met leeftijd, familie of gezin, met omgeving van stad en land (vrijwel allemaal komen ze uit Westfriesland, Noord-Holland of Friesland van de overkant), met hun loopbaan, beroep of wat hij ook maar kon vinden. Dat is helemaal geen gemakkelijk werk, in oude archieven rond te speuren, maar Peter Swart heeft er zijn levenswerk van gemaakt, en bijzonder veel gevonden. Alleen al daarom zijn de verhalen geweldig. Ook nazaten van bemanningsleden van 'Huis te Warmelo' van 1715 heeft hij in de buurt gevonden en contact met hen opgenomen. Uniek lijkt me, laat ik het zo maar eens zeggen. Zelfs de geschiedenis van de republiek Holland komt in de persoonlijke verhalen regelmatig om de hoek kijken, als het te pas komt uiteraard, met allerhand Hollandse gebeurtenissen en tradities. De Hollandse republiek van toen, na een verliesrijke Spaanse Successieoorlog tegen Spanje en Frankrijk (tot 1714, onder Lodewijk XIV), verliezen vooral hier, wat Westfriesland betreft, van verloren oorlogsschepen. Ter vervanging van verloren gegane schepen werd bijvoorbeeld juist het nieuwe fregat 'Huis te Warmelo' in Medemblik gebouwd. Maar goed. Het eenzijdige van Peter Swarts kijk op de zaken is uiteraard de Hollandse kijk op dit alles. Het is met name een typisch West-Friese kijk erop, maar ja, dat is toch wel logisch, want het fregat 'Huis te Warmelo' was immers een oorlogsschip van de West-Friese Admiraliteit van het Noorderkwartier, gebouwd door een West-Friese scheepsbouwer in Medemblik, uitgevaren vanuit de West-Friese hoofdstad Hoorn met een bemanning, die voor het merendeel uit de buurt kwam (voor meer dan de helft uit Alkmaar!). En ook het concrete scheepswrak, al ligt het diep onder water (64 meter) voor de kust van het Finse Porvoo, is en blijft helemaal West-Fries. Wat de wrakrechten van zulke wrakken in de tegenwoordige tijd ook mogen zijn, vandaar … En toch, het wrak ligt nu eenmaal voor de zuidkust van Finland, als wrak is het daarom ook gedeeltelijk eigendom van Finland, en … als het onderzocht wordt, wordt dat gedaan door Finnen...
Gemist heb ik vooral ook een beetje de historische achtergrond van de plek, waar het fregat 'Huis te Warmelo' gestrand en gezonken is: Finland was toen namelijk nog steeds de arme oostelijke provincie van het toenmalige koninkrijk Zweden, waarmee Rusland in oorlog was.
We schrijven 1715, het jaar van de ondergang van 'Huis te Warmelo' voor de zuidkust van Finland, voor Porvoo. De Grote Noordse oorlog (1700 – 1721) woedde nog steeds, een oorlog om de heerschappij in Oost-Europa en vooral ook een oorlog om de macht over de Oostzee. Die Noordse oorlog was heel bloedig en uitermate wreed. Zoals oorlogen van toen dat waren, zoals misschien ook nu nog, maar dan toch wel heel anders. De jonge Zweedse koning Karl XII, militair in hart en nieren, een hoogbegaafd strateeg, met een voor ons nu onbegrijpelijke autoriteit als absolute koning, een vorst, die van zijn volk en zijn soldaten het uiterste van hun kunnen wilde en kon of zelfs mocht vergen. Bijna religieus! De Zweedse soldaten gaven hem al hun luthers vertrouwen, ze geloofden werkelijk in de heilige zending van hun koninklijke aanvoerder, ze voelden zich persoonlijk afhankelijk van hem en zijn plannen, ze volgden hem dus onvoorwaardelijk, waar ook naartoe.
Karls tegenstander, de nog jonge en fanatieke Russische tsaar Peter, die zijn volk op een moderne westerse standaard wilde brengen, was wel aan hem gewaagd. Of niet? De uitslag van de oorlog was ongewis. Karl XII zou de eerste jaren van de oorlog in de Estische en vooral Ingermans-Russische stad Narva, voorts in Letland rond Riga, in Litouwen, in Polen, in Wit-Rusland en in de Oekraïne militair (want hij was inderdaad een strategisch genie) het Russische leger vaak tot vertwijfeling van tsaar Peter en de zijnen tot het uiterste uitdagen, totdat de Russen uiteindelijk na negen jaren harde strijd de overwinning behaalde. Karl XII, de verheven koning van het machtige koninkrijk Zweden, moest tenslotte in 1709 in Poltava in de Oekraïne te land in de Russische tsaar Peter de Grote militair zijn meerdere erkennen. Te land weliswaar slechts, want ook in de Baltische landen en in Polen kregen de Russen steeds meer de overhand in een felle strijd, die eindigde met de val van Stralsund, in 1715. Toen pas vluchtte Karl XII, na jarenlange gevangenschap in Turkije en van daaruit alsmaar intrigerend, terug naar zijn moederland Zweden aan de overkant.
Na 1712 verlegde zich de strijd tussen de twee grootmachten Zweden en Rusland vooral naar Zweden zelf en de Oostzee, de zee, die immers zo belangrijk was voor tsaar Peter en zijn Rusland, al lange tijd: de Oostzee als een opening van het nog grotendeels achterlijke Rusland naar de progressieve westerse wereld. Op dat moment inderdaad ook al mogelijk via de aloude havensteden in het Baltenland (Narva, Tallinn, Riga of Gdansk bijvoorbeeld), maar vooral toch (zo vurig gewenst door tsaar Peter) via de nieuwe Russische haven- en hoofdstad Sint-Petersburg, in 1703 door hem aan de monding van de Neva gesticht, een stad die hij wilde uitbouwen tot een modern centrum van Rusland, politiek en cultureel. Vandaar immers de kostbare handelskonvooien ernaartoe, pas in 1715 begeleid door oorlogsschepen, omdat de Zweden in 1714 duidelijk en pijnlijk hadden laten zien, dat ze tuk waren op die rijk beladen handelsschepen uit Engeland en Holland, die ze dus zoveel mogelijk in beslag namen (in 1714 een vijftigtal rijk beladen schepen uit Engeland en Holland) of beter geformuleerd kaapten, zoals het oorlogsrecht mogelijk maakte in die tijd.
De tijd tussen 1710 en 1721 noemen de Finnen de tijd van hun grote haat, een echte, uit de diepte komende haat op die vervloekte bezetter, die wrede Russische soldaten, die Finland als provincie van Zweden vooral vanaf 1713 letterlijk veroverden, daarbij het land zoveel mogelijk leegroofden en steden en dorpen met bevolking en al voor zover het aan hen lag uitmoordden, onbarmhartig zo niet onmenselijk. De Russenhaat zat er toen diep in, geboren in de Finse mensenharten tijdens de Grote Noordse oorlog!
Peter de Grote was na zijn uiteindelijk succesvolle krijgstocht tegen Karl XII op het oostelijke vaste land van Europa steeds meer gaan inzien, dat het veroveren en bezetten van het rijk van de Zweden, in de eerste plaats van de oost-provincie Finland en daarna van het moederland Zweden zelf, een militaire noodzaak was om te krijgen wat hij wilde krijgen: een vrede met Zweden, waarbij de toegang tot de Oostzee en verder hem werd toegestaan, om daarmee het contact van Rusland met de westerse beschaving steeds meer mogelijk te maken. Het probleem voor tsaar Peter was wel, dat het koninkrijk Zweden een grote zeemacht was, concurrerend met andere machten als Denemarken, Engeland en Holland. De Zweedse vloot was enorm en sterk en kon zich toen vooral met de vijandelijke vloot van Denemarken meten, in hun strijd om de heerschappij over de Oostzee en daarmee de toegang tot de Noordzee en de verdere wereld. Zij hadden machtige lijnschepen en grote fregatten, en dat alles in groten getale. Terwijl de Russische vloot van tsaar Peter nog maar zo klein was en zwak, dus als tegenstander ter zee schijnbaar min of meer te verwaarlozen. Maar … daar vergisten ze zich deerlijk in! Peter de Grote had z'n eigen plannen en verwerkelijkte die ook. Hij bouwde een vloot op, maar in de eerste plaats een andere dan de vloot van zijn tegenstander. Want met lijnschepen en fregatten kon hij nog niet met de anderen concurreren. Dat was van later zorg! Tsaar Peter bouwde toen vele, snel te bouwen galeien, een scheepstype van de Middellandse Zee, wendbaar, met één zeil en veel roeiers. Verder boden deze open galeien de mogelijkheid van vervoer van veel soldaten (tegelijk roeiers). Boten, die door de geringe diepgang ervan ideaal waren in de scherenarchipel voor de Finse zuid- en westkust en uiteraard in de scherenbrug tussen Finland en Zweden, in Åland. Galeien waren uiteraard ook wel bij de tegenstanders bekend, daar niet van, maar niet als voornaamste wapen in een zeestrijd. Daar, aan de gevaarlijke Finse klippenkust, waren grote maar logge oorlogsschepen (zoals lijnschepen en fregatten) minderwaardig vanwege de vele onderwaterklippen, waarop ze lek konden stoten. In 1715 bewees de ramp van 'Huis te Warmelo' bijvoorbeeld, dat er wat dat betreft echt levensgevaar bestond, bij storm. Dat voordeel van galeien begreep tsaar Peter door en door, daarom liet hij juist veel galeien bouwen en zette zo, vrijwel probleemloos en zonder sterke tegenstand, zijn soldaten af aan land op de zuidkust van Finland, bijvoorbeeld achter de scherenarchipel bij Porvoo of Helsinki. En dat lukte hem al in 1713. De Zweedse vloot was min of meer machteloos en moest hulpeloos toezien hoe zijn provincie Finland zonder moeite door Russische soldaten bezet en veroverd werd. De Zweedse verdediging ervan te land lag in handen van een klein en ontoereikend leger. De Russische soldaten konden min of meer in Finland doen wat ze wilden, en ze wilden dat ook, de verovering van de Zweedse provincie was barbaarser dan barbaars.
In 1714 kwam het daarna tot een grote zeeslag bij Riilahti in de buurt van Hanko. De Zweden werden toen verpletterend verslagen door tactisch manoeuvreren met de wendbare Russische galeivloot, die bij windstilte de logge grote schepen een voor een konden enteren en veroveren. Toen was Åland aan de beurt en later in 1714 en 1715 de Botnische golf, aan de Finse maar ook aan de Zweedse kant. De ellende die de Russische soldaten toen over het land brachten is dus spreekwoordelijk geworden in de benoeming van juist die oorlog als de oorlog van de grote haat.
Dit alles vormt de achtergrond van de ramp van het fregat 'Huis te Warmelo', dat weliswaar niet werd aangevallen door Zweedse schepen, maar in een heftige storm op een klip stootte en tenonder is gegaan. Omdat het zo log en langzaam wendbaar was! Deze achtergrond hoort ook bij het verhaal van de ramp van 'Huis te Warmelo', lijkt me!
Tot slot nog iets over de naam van het fregat. Het Huis te Warmelo was een kasteel in Twente, nog steeds bestaande. Het was in 1715 in bezit van een Heer Sloet, die in het bestuur van de West-Friese Admiraliteit zat en zijn naam aan het nieuwe schip gegeven heeft. Misschien had hij zelfs een aandeel ervan in bezit. Veel later, in 1952, is het kasteel gekocht door prins Bernhard voor zijn moeder Armgard, die er haar oude dag heeft mogen slijten. Maar dit is uiteraard een ander verhaal.
P.S. Op het internet is via het sleutelbegrip 'Huis te Warmelo' allerhand te vinden over dit thema (https://fregathuistewarmelo.nl). Het is een mooie site! Twee boeken zou ik echter willen noemen, die direct met het thema te maken hebben: a) het bekende boek van Robert Massie over het leven en de tijd van Peter de Grote, waarin de Grote Noordse oorlog uitvoerig wordt besproken; b) het boek van Rauno Koivusaari en Mikko Heikkilä, Suomen rannikon aarrelaivat, waarin de Russische galei John Baptist – Porvoon kultakaleeri (in 1721 gezonken in de buurt van Porvoo!); met een boeiende beschrijving van een galei van toen en de tijd eromheen besproken wordt. Die galei, de Jan Baptist, past namelijk heel goed in het bovenstaande verhaal. Het woord 'kulta' betekent hier echt wel: de rijkdommen die deze galei bijvoorbeeld naar Petersburg bracht, gestolen tijdens de Grote Noordse oorlog in het Zweden van de Botnische Golf, aan beide kanten, en als buit bedoeld voor de hoofdstad Petersburg; die galei is echter niet aangekomen, maar ook gezonken voor de zuidkust van Finland bij Porvoo. Bestemd dus voor Sint-Petersburg, de stad van de overwinnaar van deze fatale oorlog, tsaar Peter de Grote. De Finnen kwamen er toen wel bekaaid en beroofd vanaf, als ze überhaupt nog in leven waren!
Peter Starmans