Riikka Pulkkinen, Echt waar

Totta, Otava, 2010

Echt waar, Arbeiderspers, 2011

(in het Nederlands vertaald door Annemarie Raas)

‘Echt waar’ is een boek dat me erg aangesproken heeft. Het is de tweede roman van Riikka Pulkkinen, ‘Totta’, vertaald als ‘Echt waar’, die evenals de eerste roman (‘De grens’) en haar derde roman (‘Vreemdeling’) alle drie in het Nederlands vertaald zijn. En dat zonder meer terecht, want het literair niveau van alle drie boeken is hoog en thematisch zijn ze modern en interessant geschreven. Aanraders dus.

Bij ‘Echt waar’ staat een ouder echtpaar, Martti en zijn vrouw Elsa, centraal; maar tevens hun dochter Ella (of Eleonoora) en haar man Eero, met hun twee dochters Anna en Maria. Tevens speelt een vroegere geliefde (uit de jaren zestig) van Martti, Eeva, een wezenlijke rol in het boek.

Het boek is overzichtelijk en logisch opgebouwd, zonder al te veel moderne experimenten; het is tevens geschreven in een uiterst duidelijke en zowel in het Nederlands als in het Fins gemakkelijk en vlot leesbare stijl en taal.

De grootmoeder Elsa, een internationaal bekende opvoedingspsychologe, was vaak op pad als gastsdocente in binnen- en buitenland, maar nu is ze al oud en gepensioneerd; er is bij haar kanker in een vergevorderd stadium geconstateerd en veel tijd van leven is haar niet meer beloofd. Ze bereidt zich voor op haar dood, positief en bewust, samen met haar man en hun dochter Ella, die arts is; ook vooral samen met hun kleinkinderen, waarvan de oudste dochter Anna gek is op haar grootouders, maar vooral dan op grootvader, met wie ze een hechte band had en heeft; de jongste dochter Maria is practisch en nuchter aangelegd en is zo een grote hulp bij het verzorgen en begeleiden van het sterfbed van Elsa, de grootmoeder.

Ofschoon het huwelijk tussen Martti en Elsa van buiten af gezien in orde is, ze zijn immers altijd gelukkig geweest met elkaar en kunnen elkaar tot op zekere hoogte nog steeds bevredigen, is er in de lang vervlogen periode van de woelige studentenjaren zestig (de internationale jaren van studentenrevolte in Parijs, Amsterdam en Berlijn) een kindermeisje in huis geweest tijdens de langere periodes, waarin professor Elsa Ahlquist in het buitenland werkte (en dat was nogal vaak). Dit kindermeisje droeg de naam Eeva; zij werd door de moderne revolutiegeest in het studentenmilieu en de vrijheid die daar heerste gedreven, maar zorgde ook goed voor ‘het meisje’ (= Ella), Eeva houdt echt van ‘het meisje’ en voedt haar natuurlijk op. Met de studentenrevolte leeft Eeva indirect (in Helsinki, waar het ook een beetje onrustig werd) en direct (in Parijs en Amsterdam, later ook in Berlijn) intensief mee. Haar instelling in het leven is radicaal, geen burgerlijkheid maar leven in overgave en socialiteit, lichamelijk en geestelijk gezien dus een ware Eva! Martti, een in Finland bekende kunstenaar, die nog steeds op zoek is naar zijn ware aard en kunst, wordt stapel verliefd op haar, jarenlang; maar hij weet dat voor zijn vrouw Elsa lange tijd verborgen te houden, tot het uiteraard uiteindelijk uitkomt.

Pas dan kiest Martti (die in zijn contact met Eeva in de roman altijd ‘de man’ genoemd wordt, Adam dus) – niet van altijd harte maar toch – voor zijn burgerlijk, elkaar respecterende huwelijk met Elsa, dat overigens gelukkig is en dat ook blijft, tot aan de dood van Elsa. Dat laatste wordt zelfs ontroerend beschreven in de roman. Want zo’n burgerlijk huwelijk laat meer vrijheid aan de twee huwelijkspartners en biedt een grotere persoonlijke ruimte dan het drukkende, alles eisende en in volledige overgave aan elkaar radicale liefdesideaal van Eeva. Eeva gaat echter innerlijk en ook wel lichamelijk aan haar eigen idealen letterlijk kapot; en sterft een zelfgekozen dood in het meer bij haar ouders in Oost-Finland. Elsa en Martti hebben zich dan al lang verzoend en leefden verder in harmonie van toen af (na 1968) nog lang en gelukkig met elkaar. Maar toch, een taboe, een familiegeheim blijft het gebeurde, onbekend aan dochter Ella en haar kinderen en hun partners.

Kleindochter Anna is intuïtief de vrouw die het taboe in hun familie tijdens het sterfproces van haar grootmoeder doorbreekt. Ella niet zo, want zij heeft een vrij afstandelijke verhouding met haar ouders; waarom weet ze eigenlijk niet; Eleonoora (= Ella) herinnert zich van het verleden van haar vader met Eeva en van haar eigen gelukkige jeugd, ook regelmatig met diezelfde Eeva, weinig wezenlijks en het is maar de vraag of dat altijd goed is. Dat boven water halen van de waarheid bij haar oprecht geliefde grootvader, bij haar nu stervende grootmoeder en bij haar gerespecteerde moeder breekt Anna een tijdlang op. Ella lijkt dus nogal gefrusteerd in het leven te staan, al is ze een geslaagde arts; maar gelukkig heeft ze een zeer harmonieuze en haar en hun dochters liefhebbende man Eero, die zijn vrouw Eleonoora telkens en telkens maar weer opvangt en uiteindelijk daarbij wint. Maar Anna gaat aan dit doorbreken van het familiegeheim bijna te gronde, gelukkig maar, dat ze met behulp van haar opa en oma en hun openheid, en ook met de ondersteuning van haar geschrokken maar ook liefdevolle moeder, die wakker aan het worden is, boven water geholpen wordt en uiteindelijk de familie redt en zegeviert en gelukkig met haar Matias haar eigen leven kan opbouwen.

Nu een paar algemene opmerkingen bij ‘Totta’, ‘Echt waar’:

  1. Het humane karakter van het boek is overtuigend. Het gaat niet over sterke en zwakke mensen, en zeker niet over sterke vrouwen en zwakke mannen. Nee, iedere mens, man of vrouw, jong of oud, heeft zijn/haar zwakke en sterke kanten, en dat is juist goed zo en typisch voor de mens, daarmee moet hij of zij leren leven, in Nederland en in Finland.
  2. Het goede van dit boek is, dat het voor mannen en vrouwen geschreven is, dat het door mannen en vrouwen gelezen kan worden, dat het door mannen en vrouwen gewaardeerd wordt. Dus wel gezond feministisch, maar zonder extreme standpunten van beter en slechter. Dat is het sterke van dit boek. Ik heb me bij het lezen geen moment verveeld. Het boek is boeiend, goed en vlot geschreven; maar ook menselijk, zodat er heel wat bij de lezer/es beklijft. Mijn bezwaar bij moderne boeken is vaak, dat het vlot en goed leest, maar dat je er achteraf niets meer van onthouden hebt of kunt navertellen. Als dat zo is, is het wel ontspannend en eventueel goed geschreven, maar kunnen we niet van beklijvende literatuur spreken. Dat laatste geldt voorlopig wel voor de boeken van Riikka Pulkkinen.
  3. ‘Totta’ heeft de betekenis van waar(heid). In dit boek begrijp ik het zo, dat de waarheid uiteindelijk te voorschijn treedt, en dat is goed. Bij de Nederlandse vertaling ‘Echt waar’ heb ik mijn bezwaren. Als ik iemand van iets wil overtuigen dan zeg ik: of je me gelooft of niet, het is echt waar, wat ik je vertel. Dat is in dit boek niet bedoelt. Verder kun je achter ‘echt waar’ een vraagteken denken, en dat stel je het hele boek in vraag. Ook dat is door Pulkkinen niet bedoelt. Je kunt het natuurlijk ook begrijpen als: zo was het, dit is de waarheid.
  4. Van de ene kant is het thema van het boek algemeen, internationaal, dus ook Nederlands en Fins. Maar van de andere kant is het boek zo echt Fins, door het milieu, waarin het speelt. Het centrum van Helsinki, een zomerhuis in Zuid-Finland, een sauna aan een groot meer, heerlijk zwemmen of door de sneeuw rollen, de Finse natuur en de heldere zomernachten. Vooral de betekenis van de sauna bij het zomerhuis speelt in dit boek een grote en sympathieke rol. In weinig boeken die ik ken is de sauna zo overtuigend en vanzelfsprekend aanwezig, Ook bij de gesprekken in de hitte van de sauna of bij de ontspanning erna op het terras of op de steiger aan het meer spreken aan. Dit Finse van de sfeer is lijkt me een van de positieve kanten van dit boek. Ook in het Nederlands.
  5. Het interessantste thema van het boek is de spanning tussen een voorwaardelijk en onvoorwaardelijk huwelijk, tussen een burgerlijk en een ‘ideaal’ huwelijk. In de roman voert het ‘ideale’ huwelijk tot dood en taboe, maar overtuigend en echt wordt die radicale overgave in liefde hier wel beschreven en gevoeld. Tja, waar ligt de waarheid van echte liefde?
  6. De namen in de roman (ook de vertaalde) blijven Fins, goed zo: Martti, Elsa, Anna, Eero, Eleonoora, Eeva, Tammilehto, Rautalampi, Lauttasaari enz. Dat past wel en stoort helemaal niet in de Nederlandse vertaling. Riikka Pulkkinen is een jonge Finse schrijfster, geen internationale of kleurloze auteur zonder eigen voorkeur of vaderland. Dat is goed zo en troostend.
  7. Het boek is vooral goed geconstrueerd en geschreven, al blijven inderdaad sommige karakters ervan wat bleek en onuitgewerkt. Dat geldt een beetje voor de oudste kleindochter Maria, zelfs voor Eero en Matias, maar zeker niet voor de hoofdfiguren, al had ik bij het meisje = de jonge Ella = Eleonoora wat meer diepgang verwacht of gehoopt. De meest stralende figuren in deze roman zijn die van Martti, van Eeva en vooral ook die van Anna. Die overtuigen helemaal. In hun doen en laten, in hun spreken en denken.
  8. De Finse en ook de Nederlandse Wikipedia-tekst onder Riikka Pulkkinen zijn als inleiding voldoende. Het is me overigens een raadsel, hoe een relatief jonge auteur (geb. 1980) zo indringend de jaren zestig op kan roepen (in Nederland bijvoorbeeld verwoord door Harry Mulisch in zijn ‘Bericht aan de Rattenkoning’ uit 1966) en hoe zij met overtuiging in een roman zoveel echte levenswijsheid ter sprake kan brengen. Mijn pet ervoor af!

Een aanrader dus, dit boek ‘Totta’ van Riikka Pulkkinen, echt waar!

Ik wens de lezer/es veel leesplezier.

Kerava

Peter Starmans, lehtori