Onlangs bekeek ik een YouTube-kanaal over de Russische gevangenissen, de Goelag-kampen en de huidige strijd in Oekraïne. De martelingen die nu gebeuren, en vergeleken met die toen onder Stalin toegepast werden. Opmerkelijk is en was het geforceerd inzetten van gevangenen in het strijdtoneel. Er is kennelijk weinig geleerd van de geschiedenis.

Het is nu alweer 80 jaar geleden dat wij bevrijd zijn van de tirannie in ons land gedurende de Tweede Wereldoorlog. In dit schrijven wil ik het hebben over de werkkampen in het noordoosten van Nederland en net over de grens in Duitsland. Later zal ik iets schrijven over de bevrijding van Noord-Nederland.

In de crisisjaren, beginnend in 1930, nam na het instorten van de vrijhandel in de wereld de werkloosheid in veel landen en ook in Nederland drastisch toe. Interessant is dat in 1930 de Verenigde Staten de heffingen c.q. invoerrechten aanzienlijk verhoogd hadden, gevolgd door Engeland. Herhaalt de geschiedenis zich? Protectionisme veroorzaakte deze economische depressie met alle gevolgen van dien. Nederland als handelsland kreeg het hard te verduren. Veel jonge arbeiders raakten werkloos, en om te voorkomen dat ze de dag in ledigheid zouden doorbrengen, werden in de jaren dertig van de vorige eeuw werkkampen opgezet. De werkverschaffing was een feit. Tegen een lage uitkering werd men te werk gezet, zoals het ontginnen van veengebieden om tot vruchtbare land te veranderen, of de handmatig wegenaanleg. Overigens was de werkloosheid in het begin van de 20e eeuw al hoog. In Westerwolde — Oost-Groningen — was veel woest land bestaand uit heide-, veen- en bosgrond. En dus een perfecte locatie om werklozen in te zetten. Daarbij liefst geen machines in gebruik om de werklozen langer bezig te houden. Ieder moest wel zijn eigen schop meenemen voor het te verrichten graafwerk. Een groot gebied was trouwens al ontgonnen ver voor de Tweede Wereldoorlog.

Zo ontstond in 1935 Kamp De Beetse in de Sellingerbeetse. Een locatie waar de werkers hun onderkomens hadden. Sobere barakken werden er geplaatst en lange dagen werden er gemaakt ongeacht het weer. Brandende zon, regen en wind waren geen excuus om niet te werken. Het ging in het begin om ongeveer 750 tewerkgestelden die in het kamp verbleven, en ze kwamen uit de omgeving of van verder weg, zoals Groningen en Amsterdam. Tussen 1940 en 1941 verminderde het vanwege verplichte of vrijwillige tewerkstelling in Duitsland. Het stond tijdelijk leeg tot dat in begin 1942 enige honderden joden intrek namen. Werkloze joden uit de randstad werden naar werkkampen in Groningen en Drenthe gebracht, omdat het daar onprettig en ongezond was. Deze lieden waren niet gewend om het harde ontginningswerk te doen. Geen douches of warm water maar een washok. Overigens was de kampcommandant niet pro-Duits, en probeerde hij het leven zo aangenaam mogelijk te maken voor de bewoners. Na het harde werk was er mogelijk wat vertier te hebben in het kamp. Helaas was het verblijf niet langdurig, want op 3 oktober 1942 werden de ongeveer 500 joden op transport gezet naar Westerbork.

In een lokale bijeenkomst in mei 2025 vernam ik dat het vermoeden bestaat dat er veel meer joden in het kamp zijn geweest. Na het vertrek van de joden werd het kamp gebruikt voor ‘werklozen’ uit Nederland, arbeidsinzet was immers niet meer vrijwillig. Velen zijn naar Duitsland gebracht voor werk voor de ‘Wehrmacht’, ten koste van de arbeiders op de boerderijen die hun oogst niet meer konden binnenhalen. Eind 1944 sloot het kamp, maar opende weer begin 1945 voor de opvang van vluchtende NSB’ers uit het zuiden en westen van Nederland na de Dolle Dinsdag. Na de bevrijding in augustus 1945 werd het gebruikt als interneringskamp voor honderden NSB- en SS-criminelen om hun straf daar uit te zitten. In 1948 sloot het kamp. Nu is het een museum geworden.

Alhoewel Kamp De Beetse verschillende functies heeft gehad voor, tijdens en na de oorlog waren er ook werk- en concentratiekampen die door de Duitsers zijn opgezet. Ik wil onderscheid maken tussen twee types: de NAD (Nederlandse Arbeidsdienst) en de net over de grens gelegen concentratiekampen (Lager Emsland). De Nederlandse Arbeidsdienst kampen lagen grotendeels in het oosten van Nederland, 64 in aantal. De oprichting hiervan was in juni 1940, met de bedoeling van wederopbouw en herstellen van vernielingen in de eerste oorlogsdagen. Voor de militairen was de keuze om voor de Arbeidsdienst te werken of te werken in Duitsland. ‘Ick Dien’ was de doelbewuste en verplichte slogan. Er was dus weinig keuze, tenzij men ging onderduiken of een ‘vrijstelling’ verkreeg. Ik ga hier in op het leven van een van die kampen Kamp 132 NAD ‘Slangenborg’ bij Sellingen. Onze voorzitter heeft vele jaren later ook kennisgemaakt met ‘Slangenborg’, dat in zijn kinderjaren veranderd was in een natuurkampeerterrein. In 2024 ben ik er geweest in de hoop nog restanten van het verleden te kunnen te kunnen vinden. Echter werd ik na een vriendelijk verzoek niet binnengelaten, met de mededeling dat het verleden tijd was en al 80 jaar geleden. We kunnen het dus vergeten, was de mening van de eigenaresse van het terrein. Wereldvreemd volgens mij en ook Sellingers, naar ik heb vernomen.

Terug naar de oorlogsjaren. Ondanks de verplichte deelname en het harde werk op het land bij de boeren in de omgeving viel het leven nog redelijk mee, maar dat veranderde al snel toen. Er kwam een opvoedend element in naar Duits model. Naast het werk in de omgeving stond op het programma reveille en ochtendgymnastiek, vlag hijsen en aanhoren van de spreuk van de dag, exercitie met een schop, politieke propaganda aanhoren voor SS en het nationaalsocialisme, en zingen uit de Arbeidsdienst zangbundel en driloefeningen. Weinig mensen hebben zich in de beginfase vrijwillig aangemeld en uiteindelijk werd het een dienstplicht waar jongeren voor werden opgeroepen om voor 5½ maand werk te verrichten. Het uniform dat ze droegen was mosgroen.

Wat is er nu nog van over van kamp Slangenborg?

Ik heb een samenstelling gemaakt van een luchtfoto uit 1944 en een met laser gescand aardoppervlak Actueel Hoogtebestand Nederland door Rijkswaterstaat. In dit laatste geval zijn struiken, bomen en gebouwen weggefilterd, en geeft het de huidige situatie aan. Ik hoef dus niet meer naar binnen het terrein te gaan voor waarnemingen. Op de luchtfoto is de lay-out van wegen en gebouwen te vinden. Opvallende elementen zijn (1) de vijver voor bluswater wegens brandgevaar voor de houten barakken, en de fundament imprint van (2) keukenbarak, (3) gymnastiek barak, (4 en 5) werkersbarak. In 1944, na Dolle Dinsdag, is het kamp afgesloten.

Rest mij nog kort iets te schrijven over de Emsland Lager, net over de grens. Er waren 15 van deze kampen, ook werkkampen met een zeer streng en gewelddadig regime onder Duitse leiding. Ontstaan in 1933 om politieke tegenstanders op te sluiten en te laten werken in het veen tot de dood er op volgt. Later kwamen er ook Russische en Poolse krijgsgevangenen in terecht als dwangarbeiders. Ook verzetsstrijders uit Nederland en Frankrijk kwamen er. In kamp Dalum belandden enkele duizenden bij razzia’s opgepakte Rotterdammers. Veel van deze kampen zijn niet overgebleven. Kamp Esterwegen (VIII) is nu als museum ingericht.

Arie Oudman

Referenties:

· Jaap Spanninga. Kamp ‘de Beetse’ 1935-1948. (2000)

· Jaap Spanninga. Ick Dien in Sellingen en Ter Apel (2009)

· Pieter Albers. Gevangen in het Veen. (2010)

· Gemeinde Esterwegen. Esterwegen 1223 bis 1999 “Moor und Heide nur ringsum…?” (1999)

· Wikipedia. https://nl.wikipedia.org/wiki/Nederlandse_Arbeidsdienst