Wat is dat toch wonderlijk. Al maak je via Nederland voor slechts een dikke week met vrouw en zus een busreis naar Frankrijk (naar Normandië en Bretagne), zelfs dan merk je duidelijke verschillen tussen Finland, Nederland en Frankrijk. Daar gaat het mij dit keer om.
En dat verschil zie of merk je heus niet alleen aan de wat hogere temperatuur: in Nederland was het wat sombertjes en druilerig, maar toch warmer dan in Finland; in Frankrijk was het al gemiddeld boven de 20 graad en vrij zonnig. Dat alles kan ook toeval zijn, zeker in deze tijd van klimaatverandering, maar toch… het zegt iets.
Opvallend was het wel, dat in Finland, toen we in de tweede helft van april weggingen, de winter met wekenlang veel sneeuw en kou nauwelijks voorbij was en de lente zich wel ergens al bescheiden liet zien, maar zeker niet uitbundig. In Nederland was het toen al aan alle kanten grasgroen, met tulpen en andere voorjaarsbloemen in overvloed en allerhand bomen al ver in knop. Loofbomen meestal en niet altijd telkens maar weer sombere naaldbomen. In Frankrijk was de natuur al echt zomers aan het worden, de bloemenpracht was daar in vele stadjes, in parken en op de balkons op zijn minst even overtuigend, zo niet overtuigender dan in Nederland. Veel meer kleuren, veel meer variatie in fris boomgroen en kleurige bloemenperken, het heuvelachtige boerenlandschap vaak geel gevlekt door bloeiend koolzaad op grote akkers of fris donkerbruin, waar dat zaad niet gestrooid was en ander gewas nog op zich liet wachten.
Wat tulpen en zo betreft dit keer ook een duidelijke verrassing: in Frankrijk wordt veel meer met fantasie gecombineerd met andere bloemen en andere kleuren, in Nederland is dat allemaal veel strakker, door brede en lange kleurstrepen wat monotoon, zelfs wat saai. In Nederland en België verder inderdaad veel keurige gazons rond dure huizen, dat wel, maar zo zonder fantasie. Dat alles uiteraard vanwege de business, de toeristen of de buren. Natuurlijk was de Keukenhof al open, een wereldberoemd, maar wat kunstmatig groot bloemenpark, waarop we zo trots zijn en dat (eerlijk hoor) een bezoek zeer zeker waard zou zijn. Dat wel, zonder twijfel, maar toch: toen we op Schiphol aankwamen en we naar buiten liepen, stond er daar een enorme rij mensen te wachten en te dringen, vooral mensen uit oosterse landen, die langzaam maar zeker naar voren, ergensnaartoe schoven. Uiteindelijk zagen we, waarnaartoe: naar bussen, die hen rechtstreeks naar de Keukenhof bracht. Toen zeiden mijn vrouw en ik tegen elkaar: nou, dat hoeft voor ons nu ook weer niet, al had ik graag de tulp Suomi-100 in levende lijve gezien. Niet dus, we gingen in alle rust maar naar elders, via Amsterdam en Den Haag.
O ja, Den Haag. Toen ik nog jong was, werd me altijd verteld, dat Den Haag eigenlijk een uit de kluiten gewassen en tegen elkaar aangegroeide groep min of meer grote dorpen is. Nou, dat klopt tegenwoordig in ieder geval echt niet meer! Als je via het geslaagde, nieuwe en enorm grote station, aan alle kanten en op allerhand manieren druk en vol mensen en hun gedoe, maar ook effectief, mooi en vol licht gepland en gebouwd, modern eigentijds, ok, als je dus aan de achterkant ervan naar je hotel loopt, moet je langs rijen enorm grote en hoge KPN-gebouwen, waar je echt U tegen zegt. Maar dat is met die ertussendoor slingerende tram op verhoogde railweg toch niet zonder meer typisch voor een groot dorpscentrum? Integendeel, Den Haag is een grote, bedrijvige bestuursstad, zoals Schiphol een groot en druk internationaal vliegveld is, beide zijn veel groter en imponerender dan Helsinki of Seutula, grootsteedser en europeser. Misschien gelukkig maar zo, ik weet het niet, maar een feit is het wel. Het verschil qua stadsontwerp en stadsleven met Finland is groot. In Helsinki of op Seutula zijn we echt in Finland, kleinschalig en overzichtelijk, in Den Haag of op Schiphol zijn we in Europa.
En als je dan via Brabant, door Vlaanderen naar Noord-Frankrijk rijdt, aangenaam in een nieuwe bus met een vakkundig chaufferende, ervaren reisleider, dan kom je in het noordwesten van dat lastige EU-land Frankrijk in een heerlijk rustige streek terecht, met kleine stadjes en dorpjes, heel aangenaam. Gelukkig maar, dat we een grote miljoenenstad als Parijs ver naar het oosten en steden als Rouen of het Vlaamse (sorry Brabantse) Antwerpen links laten liggen (in feite uiteraard rechts!), dat alles deed me echt goed.
Via Nederland, België en Frankrijk belanden we dan in de provincie, in een land van dorpjes, typische huizen, brede akkers en veel ruimte, dit maal een voornamelijk rustiek boerenland, waar de tijd nog normaal en rustig voortschrijdt en geen haast heeft, of vergis ik me nu toch? En dat alles via de Hollandse IJssel (ja ja of nee nee, de Gelderse IJssel is een andere rivier!) via Zeeland (een dorp bij Den Bosch, niet te verwisselen met de provincie), via Zaltbommel (met die beroemde brug over de Rijn) en Schoonhoven (wat een mooie naam eigenlijk), langs Lille (hé, dat heette vroeger toch Rijssel?) en Arras (was dat niet ooit eens het beroemde of beruchte Atrecht?) naar het zuidwesten, via Frans-Vlaanderen, Frankrijk in.
In dat Frankrijk reden we regelmatig over tolwegen, en zelfs over een prachtige tolbrug over de Seine, vlakbij de monding ervan in de Atlantische Oceaan. Die dure autowegen en kostbare bruggen moeten toch op de een of andere manier betaald worden? Misschien wel een goed voorbeeld voor Nederland en Finland! Die tolinkomsten van de rijkskas moeten vrij hoog zijn, want het verkeer is druk, van ‘s morgens tot ‘s avonds, en files hebben we meerdere keren meegemaakt, files van meerdere kilometers. In Finland heb je daarentegen nauwelijks files.
Om dan uiteindelijk na een aangename dag reizen aan te komen in Pontorson, een stadje voor toeristen, die het vlakbij gelegen eilandklooster in de oceaanbocht tussen Bretagne en Normandië, de Mont Saint-Michel, willen bezoeken. Een prachtklooster, dat wel, maar qua inhoud nu niet meer te vergelijken met Valamo, waar nog echte monniken wonen, of Egmont aan de Noordzee, dat ook nog actief als klooster functioneert en als geestelijk centrum een belangrijke rol speelt. Hier in Mont Saint-Michel is er nauwelijks nog sprake van, maar toch… historisch is het een uiteraard hooginteressant en wereldberoemd bouwgeheel, een kloosterdorp, dat nu een veelbezocht toeristenoord geworden is met vooral in de zomer alle nadelen van dien. Vroeger had het klooster met het stadje aan zijn voeten veel meer betekenis, het was een politiek en geestelijk centrum en eeuwenlang een drukbezocht doel en een belangrijke pleisterplaats voor pelgrims uit heel West-Europa. Naar elders vaak pelgrimerend, bijvoorbeeld naar Santiago in de noordhoek van Spanje.
Van Nederland uit en misschien zelfs vanuit de Noordse landen van toen waren er zeker ook deelnemers aan zulke jarenlang durende pelgrimages.
Fougères is een oud stadje met een grandioos vesting-kasteel aan de voet ervan. Het kasteel zelf stamt uit de elfde eeuw en was relatief klein, meer een verblijfplaats voor de voogd en zijn mannen, maar de enorme groene binnenplaats bood in noodgevallen plaats aan de hele stadsbevolking en dat plein was omgeven door een dikke muur met wel dertien torens. Een sterke, vrijwel onneembare vesting! Het leek wel een combinatie van het groene Suomenlinna en het echte massieve kasteel Olavinlinna; in Nederland zou je kunnen denken aan het vestingstadje Naarden of aan de militaire vesting in Groningen, Bourtange. Imponerend wel, die enorme vesting Fougères, en in tijden van nood waarschijnlijk zelfs effectief, zo heb ik begrepen van de guide. In het stadje zelf kon je ook heerlijke Bretonse pannekoeken (galettes) en smakelijke plaatselijke koeken (crèpes) eten, zo populair als de stroopwafels van Nederland en wellicht de Karjalanpiirakat van Finland.
Het meest tot nadenken bracht mij de reisdag in de voetsporen van operatie ‘Overlord’, het invasieprogramma van de Amerikanen, de Engelsen en Canadezen (met hun helpers uit Polen of waar dan ook), via de Normandische kust Europa bevrijden van het Duitse juk. Operatie D-Day dus, vanaf 6 juni 1944, de operatie, die na zware tegenslagen het uiteindelijk geslaagde geboorte-uur van het nieuwe Europa na het Hitlerrijk betekende, het Duizendjarige Rijk, dat toen in de loop van minder dan één jaar moeizaam op de knieën werd gedwongen.
Die prachtig brede Normandische stranden, die vaak steil opstijgende rotswanden, nu zo vredig, maar in 1944 vol gevaar en dreiging, dat alles en de hele kust van noord naar zuid door de Duitse Atlantikwall verdedigd. Wat moet daar verschrikkelijk gevochten zijn, bijvoorbeeld op een van de uitspringende rotspunten van de kust, de Pointe du Hoc. Dat vielen de Amerikanen meteen aan en veroverden het uiteindelijk met grote verliezen aan manschappen en materiaal, om daarna door te kunnen stoten naar het binnenland en verder.
Het slagen van deze met zoveel precisie en weergaloos voorbereide invasie was zeker niet vanzelfsprekend en heeft enorm veel levens (van jonge mannen vooral) gekost. Daarom was het bezoek aan het Amerikaanse oorlogskerkhof ook zo indrukwekkend en stilmakend, al scheen de zon fel en verwarmend. Een tienduizendtal soldaten liggen daar onder witte kruisen op een groot kerkhof met het beeld van de herrijzende jongeling van de beeldhouwer Donald de Lue. Bij dit beeld moest ik denken aan de spreuk onder het Zeeuwse wapen: luctor et emergo, ik worstel en kom boven, ik vecht en overwin uiteindelijk. OK, maar ten koste van wat? Ten koste van vele, vele levens van jonge mensen, die ons zo met hun leven betaald bevrijd hebben. Het betrof hier inderdaad een herrijzenis, een weer er bovenop komen na moeilijkheden. Het land, of dat nu Frankrijk of Nederland betreft, dat kwam er wel bovenop, maar veel jonge militairen jammer genoeg niet.
Hier kwamen bij mij ook de slachtoffers van de oorlogen in Finland tegen Rusland voor de geest en niet zozeer de relatief geringe aantallen Nederlandse verzetsstrijders, met alle respect ook voor hen! De geallieerden hebben in die tijd vooral geleden en de Finnen ook, maar dan zonder diezelfde geallieerden. Hier is juist het begripsprobleem actueel: van de ene kant de geallieerden en de bevrijding van Nederland van de Duitsers; van de andere kant de Finnen met de Duitsers als steun tegen de dreiging door de Russen. Nederland is bevrijd, Finland ook, maar het hoe en de achtergrond ervan is toch wel heel anders! Dit denkprobleem heb ik nooit bevredigend kunnen oplossen.
Omdat ik in Nijmegen geboren ben en de bevrijding door de geallieerden zelf als kleine jongen nog heb meegemaakt, heeft dit bezoek aan Normandië me wellicht meer geraakt. Ons huis werd in september 1944 voor langere tijd ‘bezet’ door een achttal officieren, in ons geval Engelsen. Wij moesten als gezin dan maar in de kelder slapen, maar dat deden we graag en vrijwillig, want de geallieerde soldaten waren goed voor ons en verwenden ons kinderen zelfs met repen chocola of zoiets! Het westen van ons land werd echter pas vanwege het mislukken van de luchtlandingen bij Arnhem na de hongerwinter 1944 in mei 1945 bevrijd.
Maar goed, deze geallieerde soldaten hebben ons en ons land toch maar bevrijd van het jarenlange juk van de Duitse bezetter. En deze bevrijding begon letterlijk en figuurlijk aan de stranden van Normandië en de militaire activiteiten van daaruit richting Frankrijk, België Nederland en verder. Overigens is er rond Nijmegen, Groesbeek en het Reichswald tevens enorm gevochten Op een van de heuvels aan de Zevenheuvelenweg (alom bekend door de jaarlijksdaarlangs wandelende Vierdaagse) ligt ook een ongelofelijk mooi en indrukwekkend kerkhof, het Canadese kerkhof.
Nu we hier in Finland in 2017 en ook weer in 2018 veel uit de nabije Finse geschiedenis van 1917 en 1918 herdenken, vooral hierbij dus rond WO I, hebben zulke plaatsen van herdenking (in Normandië zijn er talloze oorlogsmusea en omstreden plekken, zijn er uitgebreide kerkhoven van Amerikanen, Engelsen, Canadezen, maar uiteraard ook Duitse soldaten, vele, gesneuveld en grotendeels jong) iets heel aangrijpends en actueels. Op het Amerikaanse kerkhof, bij de Pointe du Hoc, bij de kunstmatige geallieerde haven van Arromanches, in het Memorial van Caen, dat bovenop de bunker van de Duitse generaal Richter bij Caen was gebouwd en een centrale rol speelde in juni 1944, en op vele andere plaatsen in Normandië. In Caen is vreselijk gevochten, In Bayeux en omgeving ook, in heel Normandië en verder.
Een van de in Finland spelende thema’s van nu is de vraag, wat Duitsland tijdens de WO I, maar ook tijdens de WO II (eigenlijk tijdens de Finse vervolgoorlog) voor de Finnen heeft betekend. Eenstemmigheid in het oordeel erover is nog steeds niet bereikt, maar steeds duidelijker voor mij wordt wel, dat de betekenis van Duitsland in 1918 en ook van 1941 tot 1944 voor Finland een heel andere geweest is, dan zijn betekenis in het eerst neutrale en in 1940 bezette Nederland voor de mensen daar (dus ook voor mij toen); of de betekenis van Duitsland voor de Fransen, die gedeeltelijk ook bezet waren door de Duitsers. In Finland was Duitsland de ‘Waffenbruder’, Finland is echter nooit een door Duitsland bezet gebied geweest, ook niet in 1918, toen de Duitsers via een invasie Zuid-Finland binnenvielen, met toestemming en medewerking van de Finse autoriteiten van toentertijd. En toen de witte regering hielp, de revolutie in Zuid-Finland te onderdrukken. Dat alles is voor ons Nederlanders, ook al woon je in Finland en houd je je er regelmatig mee bezig, nog steeds moeilijk te begrijpen.
Opvallend was me tijdens deze reis, dat Normandië ook allerhand met de Vikingen te maken heeft gehad (de woorden Noormannen en Normandië zeggen dat al) en met de Engelsen. Willem de Veroveraar heeft toch lang geleden (in 1066) van hieruit Zuid-Engeland en de Engelse troon veroverd, onder andere door de slag bij Hastings, die in Bayeux met dat wonderlijk mooie en interessante wandtapijt vereeuwigd wordt. Maar dat alles heeft weinig met Nederland of Finland te maken.
De oesters van de Bretonse oesterkweekplaats Cancale leggen weliswaar een link naar het Zeeuwse Ierseke, maar de oesters daar in Nederland smaken anders dan de Franse, ze zijn beide lekker, daar niet van, maar het gaat om ander water en andere soorten. Dat heeft echter met Finland weinig van doen. Daarom is het goed, hiermee mijn artikel af te sluiten en te hopen, dat de lezer/es hiermee een indruk heeft gekregen, dat Normandië, Nederland en Finland in de loop van de geschiedenis zeker wel het een en ander met elkaar te maken hebben gehad.
Peter Starmans