Petronella, een Nederlandse vrouw die een legende werd in Finland
In Lapland zijn twee bergen met ronde toppen naar haar borstpartij genoemd (de ‘Petronellan kukkulat’ oftewel de ‘Petronella heuvels’), in de plaats Inari draagt een weg haar naam (‘Petronellantie’), in het skicentrum Saariselkä is er een restaurant ‘Petronella’.
Een aantal Nederlanders hebben een rol gespeeld in de geschiedenis van Finland, maar niemand heeft zulke duidelijke ‘voetsporen’ nagelaten als een jonge vrouw, Petronella van der Moer. In Lapland zijn twee bergen met ronde toppen naar haar borstpartij genoemd (de ‘Petronellan kukkulat’ oftewel de ‘Petronella heuvels’), in de plaats Inari draagt een weg haar naam (‘Petronellantie’), in het skicentrum Saariselkä is er een restaurant ‘Petronella’ en in Rovaniemi, de hoofdplaats van Fins Lapland, is de plaatselijke Lions Club naar haar genoemd.
In 1993 is een boek in het Fins over haar verblijf in Finland geschreven door Mauno Pyhtilä, dat ik in 2003 in het Nederlands heb vertaald, voorzien van een inleiding en een nawoord (Petronella – een legende in Lapland, Uitgeverij Hollandia, Haarlem). In 2004 is er zelfs een musical gemaakt over Petronella’s verblijf in Finland, maar het verhaal wordt daarin sterk geromantiseerd. Het heeft, in tegenstelling tot het boek van Mauno Pyhtilä, nog maar weinig te maken met de werkelijkheid. De musical is in 2006 opgevoerd in de schouwburg van Oulu.
Wie is deze Petronella van der Moer en wat heeft zij in Finland gedaan waardoor zij er in slechts ruim vier maanden tijd een legende werd?
Op 12 juni 1949 kwam zij met de veerboot uit Stockholm in de Finse havenstad Turku aan en vertrok op 22 oktober 1949 per boot vanuit Helsinki naar Kopenhagen. Na een rechtszaak was zij voor vijf jaar het land uitgewezen. Geboren en getogen in Den Haag, en de gescheiden vrouw van een Amerikaanse journalist die als militair in de Tweede Wereldoorlog in het Amerikaanse leger had gediend kwam zij, 25 jaar oud, in Finland aan. Met haar man woonde zij onder andere in Tunesië en Venezuela. Zij stamde af van een Zeeuwse notarisfamilie. Omdat haar ouders scheidden woonde Petronella vanaf haar vijfde levensjaar samen met haar moeder en twee jaar oudere zuster. Haar vader overleed op 35 jarige leeftijd in 1931. Gegevens over haar jeugd, opleiding of hoe zij de Tweede Wereldoorlog is doorgekomen bestaan nauwelijks.
Begin 1949, voordat Petronella in Finland aankwam, reisde zij per trein regelmatig tussen Scandinavië, Duitsland, Oostenrijk en Italië. Men weet niet waarom. Toeristische motieven lijken onwaarschijnlijk; in Finland bezat ze nauwelijks financiële middelen. Ook zijn nooit bewijzen gevonden voor spionage.
In Helsinki interviewde zij, onder het mom van Amerikaanse journaliste enkele belangrijke mensen waaronder de onderburgemeester van Helsinki, Erik von Frenckell, die ook voorzitter was van het organisatiecomité van de Olympische Spelen, die in 1952 in Helsinki zouden worden gehouden. Volgens de overlevering was Petronella een knappe verschijning die vloeiend verschillende talen sprak. Met veel bluf heeft zij, tenminste zo lijkt het, geprobeerd te profiteren van de portemonnaie van anderen.
Op von Frenckell (die haar in zijn auto Helsinki liet zien en met haar dineerde) maakte zij kennelijk veel indruk; begin juli trakteerde hij op een aantal dagen duur hotel in Aulanko bij de stad Hämeenlinna. De minister van onderwijs, eveneens gevleid, stond graag een interview af aan deze ‘belangrijke Amerikaanse journaliste’. Zij beweerde te werken voor de Florida State Journal en Finland, nog maar net bijgekomen van de Tweede Wereldoorlog, was zeer onder de indruk van dit soort zeldzame Amerikaanse ‘glamour’.
Toen zij haar hotelrekeningen steevast niet betaalde liep zij met haar bedrog tegen de lamp en nam de politie haar paspoort af. Tevergeefs zocht zij hulp bij het Nederlandse consulaat. Ook de belangstelling voor haar bij haar nieuwe Finse kennissen verflauwde heel snel toen de oplichterij uit kwam. Onder het voorwendsel dat zij krantenartikelen wilde gaan schrijven over Lapland, nodigde zij zichzelf uiteindelijk uit bij een Amerikaanse en Finse journalist in de veronderstelling nog die zelfde dag per auto met hen mee te kunnen reizen naar het noorden van Finland. Verder dan de stad Oulu is Petronella met hen niet gekomen; haar situatie wekte teveel wantrouwen en zij hebben zich daar van haar ontdaan. Met door hen verkregen geld logeerde zij een paar nachten in een hotel en per trein reisde zij verder naar Rovaniemi in Lapland. Hiervandaan nam ze de bus die verder naar het noorden ging. Waarschijnlijk had ze geen vast omlijnd plan; het lijkt erop alsof ze spontaan het avontuur opzocht waarbij zij door haar uiterlijk en vlotte babbel in staat was snel contacten te leggen, voornamelijk met mannen.
In de bus ontmoette zij een Finse geoloog, Klaus Säynäjärvi, die een trektocht ging maken door de Lapse wildernis waarbij hij ook een aantal Lapse goudvelden, waaronder het Lemmenjokigebied waar kort tevoren een soort ‘goldrush’ was ontstaan, wilde bezoeken. Säynäjärvi, die zijn vrouw in Helsinki had achtergelaten, nam Petronella mee op zijn trektocht. Twee weken trokken zij tot aan het Lemmenjokigebied door Lapland. De 100 km lange tocht voerde over smalle rotspaadjes en zij moesten rivieren overzwemmen of doorwaden. Ook bergen moesten worden beklommen. Petronella was geen ervaren trekker en haar uitrusting was niet geschikt voor een dergelijke tocht, hetgeen deze tot een bijzondere prestatie maakt. In het Lemmenjokigebied bivakkeerde zij samen met vier goudzoekers, en een meisje voor de huishouding een week samen in een hut; door de krappe behuizing deelde zij het bed met dit (enige) meisje. De goudzoekers waren onder de indruk van haar wereldse uitstraling.
Na een week vertrokken Säynäjärvi en zij per boot via de Lemmenjokirivier naar Inari en Ivalo (dorpen in de bewoonde Lapse wereld). Na nog een week samen door een gebied ten zuiden van Ivalo getrokken te hebben, scheidden na een maand hier hun wegen. Petronella keerde, nu zonder haar beschermheer, terug naar Ivalo waar zij met haar laatste geld nog een paar nachten in een hotel heeft gelogeerd. Op zoek naar menselijke hulp (de goudzoekers in het Lemmenjokigebied) heeft zij de 40 km lange weg van Ivalo naar Inari (die grotendeels door onbewoond gebied gaat) gelopen en de nacht doorgebracht in een hutje van een wegwerker. Eenmaal in Inari aangekomen vond zij een goudzoeker bereid haar mee te nemen naar het Lemmenjokigebied.
Petronella bood aan om als tweede huishoudelijke hulpje voor de vier goudzoekers te gaan werken waarvoor zij 1 gram goud per dag ontving. Zij werkte tot hun grote tevredenheid anderhalve maand voor hen; in de ogen van de wat wereldvreemde, eenzelvige goudzoekers was zij een bijna bovenaards, feeëriek wezen dat bovendien ook veel te vertellen had.
Toen zij met een aantal goudzoekers een bezoek bracht aan Inari en Ivalo toonde de locale politie daar grote belangstelling voor haar. Wat deed een buitenlandse vrouw in het afgelegen Lapland? Het was nog maar net na de oorlog en de Finse geheime politie was in die tijd nog erg actief. Toen zij in Ivalo werd verhoord en bleek dat zij geen pas had, werd zij tot groot verdriet en woede van de meegereisde goudzoekers, gearresteerd.
De politie dacht zeker dat zij een spionne was en er volgde een rechtszaak tegen haar in Helsinki.
Voor Klaus Säynäjärvi moeten deze sensationele verhalen ontluisterend zijn geweest; hij had niet anders gedacht dan dat ze een journaliste was. Hij moest zijn kant van het verhaal vertellen; de vele details over hun gezamenlijke trektocht zouden anders nooit bekend zijn geworden.
Het sensationele proces tegen Petronella heeft niet uitgewezen dat zij een spionne zou zijn geweest. Wel is zij voor vijf jaar Finland uitgewezen en is haar opgelegd vanuit Nederland haar schulden te betalen. Hier bovenop moest zij een boete betalen omdat zij officieel een verblijfsvergunning had gekregen voor slechts twee maanden.
De goudzoekers stelden nog, zonder succes, van alles in het werk om haar terug te laten keren. Zo werd zij steeds meer een legende binnen de Finse goudzoekercultuur; de legende van de goede en knappe Nederlandse fee, die het zo goed meende met de goudzoekers, maar door de Finse politie op brute manier het land is uitgezet.
Eenmaal terug in Nederland heeft zij een tijdje gewerkt bij Avi Fauna in Alphen aan de Rijn en in 1955 beviel zij in Frankrijk van een dochter, waarmee zij in 1969 naar de Verenigde Staten emigreerde.
In de Nederlandse pers zijn een aantal sensationele verhalen over haar geschreven aan het eind van de jaren 1980 en sommige journalisten hebben sindsdien vergeefs geprobeerd haar te achterhalen. Tot voor kort wilde haar dochter, Solange van der Moer, die in Californië woont, niets over haar moeder kwijt, zelfs niet of zij nog leeft. Maar kort geleden, ter gelegenheid van de opvoering van de Petronella musical in de stad Oulu in het voorjaar van 2006, heeft een Finse journalist de dochter gebeld. Hij heeft van haar los weten te krijgen dat haar moeder nog leefde en in goede gezondheid verkeerde. Zij liet verder weten dat haar moeder op geen enkele manier in de publiciteit wil en dat zij deze wens van haar moeder respecteert.
Arnold Pieterse
De Petronella Legende
Diep verscholen in de barre uitgestrektheid liggen de “Petronellan Kukkulat”. Onopvallend steekt de vierhonderd meter hoge heuvel met zijn twee glooiend in elkaar overlopende toppen boven de wildernis uit. Bij dit rotsmassief, waar ’s zomers verweerde, soms eenzelvige mannen met houwelen de rivierbeddingen uithakken op zoek naar goud, begon het mysterie rond Sylvia Petronella van der Moer.
Een update, de Petronella droom leeft, staat in deze pdf file.
In het “Noorderlicht” (Jaargang 6, nummer 3, november 2000), het blad van de Nederlandse Vereniging in Finland, stond een opmerkelijk stuk van de hoofdredacteur, Harry Maat, over een Nederlandse vrouw die een legende geworden is in Finland, Petronella Antoinette van der Moer (in Finland gebruikte zij de voornamen Sylvia, Petronella, Antoinette). Ik neem een deel van zijn tekst over:
“Het is nog maar ruim vijftig jaar geleden dat de grondslag werd gelegd voor een nieuw Fins sprookje. Alle ingrediënten waren er voor aanwezig. Vooral het mysterieuze droeg daar belangrijk aan mee. Het begon allemaal eind 1949, toen een jonge Nederlandse vrouw ergens in het hoge Noorden in Lapland in een goudzoekerskamp in Lemmenjoki terechtkwam, daar gedurende langere tijd verbleef om daarna ook weer opeens te verdwijnen. De ouderen onder U, die langer in Finland wonen, zullen dit verhaal wel kennen, omdat van tijd tot tijd hierover in de Finse bladen wordt geschreven. Maar toch…”
Zo een twintig jaar geleden knipte ik het volgende verhaal uit het Nederlandse blad “Panorama”. Het werd geschreven door Gertjan Verwijk, en verscheen onder de titel: Sylvia, waar ben je?
“In Finland is ze een legende. Boten, restaurants dragen haar naam. Een berg met twee toppen werd vernoemd naar haar borstpartij. En dat alles omdat in 1949 ene Sylvia Petronella van der Moer in de barre verlatenheid van Lapland intens samenleefde met een groep goudzoekers. Die droegen haar op handen, totdat ze spoorloos verdween.
Diep verscholen in de barre uitgestrektheid liggen de “Petronellan Kukkulat”. Onopvallend steekt de vierhonderd meter hoge heuvel met zijn twee glooiend in elkaar overlopende toppen boven de wildernis uit. Bij dit rotsmassief, waar ’s zomers verweerde, soms eenzelvige mannen met houwelen de rivierbeddingen uithakken op zoek naar goud, begon het mysterie rond Sylvia Petronella van der Moer.
Wat na haar verdwijning bleef waren de opgewonden verhalen. Deze werden al snel aaneen gesmeed tot een legende, waarin waarheid en verdichting dus hand in hand kranten en boekwerken bereikten. Volgens de goudzoekers was zij eigenlijk met iedereen verloofd. Ze werkte hard, hielp mee met koken, hield de boel schoon, herstelde de kleren en deed iedere week inkopen. Maar, meer dan wat verkreukelde foto’s, boten en restaurants, die haar naam dragen en enkele schimmige vertelsels van overgebleven gouddelvers zijn er niet. Verder zijn er nog die “Petronellan Kukkulat”, de heuvel die door een in de eenzaamheid naar ronde vormen hunkerende geest als wellustige borsten moet zijn gezien en daarom werd voorzien van de toepasselijke naam: Petronella’s Heuvels.
Als Sylvia na een verblijf van enkele maanden terugkomt in Ivalo voor het doen van inkopen, wordt ze door de politie opgepakt. Haar verblijfsvergunning is verlopen. In een hotel waar ze enige tijd verbleef, heeft ze een valse naam opgegeven. Ook de rekening blijkt niet betaald te zijn. Die was inmiddels aardig opgelopen.
Hoewel de goudzoekers meteen actie ondernemen, de rekening en een forse boete betalen, wordt de avontuurlijke Nederlandse, die dan rond de 25 jaar oud is, snel uitgewezen.”
De reden waarom Harry Maat juist nu over Petronella heeft geschreven en de oude tekst uit “Panorama” opnam, is dat er begin oktober in het blad “Inarilainen” (gedateerd 5-10-2000) een stukje had gestaan over een bericht dat uit Nederland was gekomen waarin was vermeld dat Petronella kortgeleden is overleden. Mijn nieuwsgierigheid werd geprikkeld. Ik vond op internet de website van “Inarilainen” en ook het e-mail adres van de hoofdredacteur, Markku Arvelin. Ik stuurde hem een mail waarin ik vroeg hoe hij aan het nieuws over Petronella was gekomen. Ik kreeg als antwoord dat Tapio Hietala, eigenaar van een hotel in Inari, was gebeld door een man in Nederland. Deze man vertelde hem in het Duits en in “niet zo goed” Fins dat Petronella was begraven in een plaats die “Harlem” heet (tenminste zo verstond hij het) en dat de begraafplaats “Parkland” heet of iets dat daar op lijkt. Dichtbij of tegenover de begraafplaats zou iets staan dat heel bekend is, misschien een monument. Tapio Hietala schreef dit op en vertelde het aan Jaakko Kangasniemi, de vroegere voorzitter van de Lapse Goudzoekers Vereniging (Lapin Kullankaivajain Liitto), die het op zijn beurt vertelde aan de secretaris van deze vereniging, Pekka Salonen, en die vertelde het aan Markku Arvelin. Ongeveer tegelijkertijd werd Anna Mari Jomppanen, een vrouw op leeftijd die Petronella nog had meegemaakt, uit Nederland gebeld (ongeveer een week voordat het bericht in de “Inarilainen” verscheen). Deze vrouw belde vanuit Amsterdam en zij vertelde aan Anna Mari Jomppanen dat Petronella was begraven op een nieuwe begraafplaats buiten Amsterdam. Zij hadden tussen de spullen van Petronella een brief gevonden waarin zij vroeg om naar de Lapse Goudzoekers Vereniging en Mevrouw Jomppanen te bellen en te vertellen dat zij was overleden.
Ik heb vervolgens naar de gemeente Haarlem gebeld (vanwege de naam “Harlem”) en gevraagd of er afgelopen najaar een Petronella van der Moer is begraven, maar niemand met die naam is begraven op een gemeentelijke of Rooms Katholieke begraafplaats en er is in Haarlem geen begraafplaats die “Parkland” heet of iets wat er op lijkt.
Markku Arvelin had ondertussen ook een stuk over het overlijden van Petronella geschreven in het blad van de Lapse goudzoekers, “Lapin Kullankaivaja” (no. 5 Lokakuu 2000). Hierin stond ook een foto van Petronella die een journalist indertijd van haar had gemaakt toen zij door de politie werd ondervraagd. Op mijn verzoek heeft hij mij deze foto gestuurd die nu bij dit stukje staat afgebeeld.
Kort hierna kreeg ik een e-mail van Bart Braafhart, een Nederlander die in Salla woont en die via Harry Maart had gehoord van mijn interesse voor Petronella. Bart Braafhart vertelde mij dat er in 1987 een boek is geschreven over Petronella door een zekere Mauno Pyhtilä uit Oulu. Bovendien vertelde hij dat er op de etiketten van het LEGENDA bier van Lapin Kulta een tekst staat over Petronella. In een karton met zes flessen staat op iedere fles een tekst over de goudzoekers, één van deze zes teksten gaat over Petronella en staat hierbij afgebeeld (met een Nederlandse vertaling).
De week voor Kerstmis was ik in verband met mijn werk in Oulu en tussen de bedrijven door belde ik naar Mauno Pyhtilä. Het boek had ik intussen met behulp van mijn collega Seppo Hellsten kunnen lenen uit de bibliotheek van Oulu. Bovendien had ik een fles LEGENDA bier gevonden met de Petronella tekst. Ik kon een ontmoeting organiseren met Mauno Pyhtilä die eerst de verhalen over het overlijden van Petronella niet wilde geloven. Maar hij belde naar Anna Mari Jomppanen en de tweede redacteur van “Lapin Kullankaivaja”, Ritva Savela, die hem uitgebreid vertelden over de telefoontjes uit Nederland en hij leek nu ook overtuigd dat dit geen verzinsel was. In zijn boek stond ook een foto van de “Petronellan Kukkulat”, die ik van hem mocht gebruiken voor Aviisi (zie hierbij afgedrukte foto).
Mauno Pyhtilä vertelde mij dat hij in 1987 onderzoek in Nederland had gedaan en te weten was gekomen dat Petronella Antoinette op 11 september 1923 geboren is in Den Haag. Na haar verblijf in Finland heeft zij weer in Den Haag gewoond, waarna zij verhuisd is naar Leidschendam. In 1969 is zij samen met haar dochter, Solange Marguerite Joyce van der Moer, die in 1955 geboren is in Marseille, verhuisd naar de Verenigde Staten en in 1987 woonde zij niet in Nederland. Hier was het spoor doodgelopen. Wel bleek er in 1987 een radioprogramma gemaakt te zijn door de VPRO over Petronella in Lemmenjoki. Dit programma was gemaakt door Jacqueline Maris, die nog steeds bij de VPRO werkt, maar bij het insturen van deze tekst naar Aviisi, had ik haar nog niet kunnen bereiken. Ik vraag mij af of zij iets meer weet over de lotgevallen van Petronella na haar vertrek uit Finland.
De grote vraag is natuurlijk of Petronella werkelijk in Nederland is overleden (dit zou in augustus of september van het afgelopen jaar moeten zijn geweest, een datum die genoemd werd door Markku Arvelin was 26 augustus). Ik zal doorgaan met de naspeuringen. Bart Braafhart vond via internet alle namen uit overlijdensadvertenties van het afgelopen jaar. Hierbij was wel een Cathalina Pieternella van der Moere uit Oud-Beijerland, die ongeveer even oud was, maar dit bleek een andere persoon te zijn. Na ongeveer een jaar worden alle persoonskaarten met gegevens van in Nederland overleden personen naar de Nederlandse Genealogische Vereniging gestuurd en dan zouden we misschien ook meer te weten kunnen komen. In het volgende deel van de “Lapin Kullankaivaja” (no. 6 Joulukuu 2000) heeft Markku Arvelin opnieuw een lang stuk over Petronella geschreven waarin mijn plannen om het één ander in Nederland uit te zoeken, ook staan vermeld.
Ik hoop dat er onder de Aviisi lezers iemand is die meer licht kan werpen op de levensloop van Petronella, of zouden haar verdere lotgevallen in het duister gehuld moeten blijven, om de legende voort te laten leven?
Arnold Pieterse
Zie o.a. op internet over Petronella de websites:
http://yliopistolehti.helsinki.fi/1997_2/ylart5.htm