Fins-Nederlandse relaties
Peter Minuit
Zoals de meeste lezers wel weten, houd ik me veel bezig met de relaties tussen Nederland en Finland. Nu wilden ik hier drie relaties kort behandelen, die me dit jaar opvielen en die wellicht naar een verdere uitwerking verlangen.
Russell Shorto heeft een interessant boek geschreven over de geschiedenis van Amsterdam en ook een over de historie van Nieuw-Amsterdam. Dat laatste gaat dan uitvoerig over de beginjaren van de wereldstad New-York; de jaren vanaf 1609 (toen Hudson deze ideale handelsplek met een ideale natuurlijke haven aan de oostkust van Amerika vond) en 1664 (toen de Engelsen onder de beschermheerschap van James, de hertog van York, de Nederlandse kolonie overnam).
En nu zal ik het hier niet hebben over de laatste gouverneur Peter Stuyvesant, ofschoon er over hem veel geschreven is en het nog steeds niet helemaal duidelijk is, hoe we deze gouverneur van Nieuw-Amsterdam moeten plaatsen. Zelfs ook niet over hem, hoewel zijn sigarettenmerk ook in Finland overbekend geworden is en daarom een rokende relatie tussen Nederland en Finland zou kunnen illustreren. Maar toch niet echt, omdat dit wereldbekende sigarettenmerk helemaal niet Nederlands is, maar Duits; de firma Reemtsma is in Hamburg gevestigd en niet in Amsterdam, jammer maar waar.
Over wie zal ik het dan wel hebben? Over een eerdere leider in Nieuw-Amsterdam uit de jaren 1620 van de nog piepjonge Nederlandse kolonie in Amerika; en wel over Peter Minuit, die ook wel Peter Minnewit wordt genoemd. Een ras Hollander? Ja en nee! Wel een ras Nederlander, uit Wallonië namelijk! En ook een uitermate boeiende figuur, internationaal ingesteld, die via Samuel Blommaert ook met Finland te maken heeft gehad (Blommaert, vanaf 1636 consul van het Zweedse koninkrijk in de Nederlandse republiek) en Axel Oxenstierna (de machtige kanselier van Zweden onder Koning Gustaaf II Adolf en Koningin Christina). Deze relatie via de kolonisten namelijk, die uit Midden-Zweden kwamen en afstammelingen waren van Finnen uit Savo en omgeving, die genoemd werden: ‘Metsäsuomalaiset’, Bosfinnen dus.
Peter Minuit, begin jaren 1580 geboren in Wesel aan de Rijn, stammend uit Waalse ouders van Tournai oftewel Doornik. Peter kwam al jong naar Utrecht om diamantsnijder te worden, trouwde en ging in Kleef vlak over de grens in Duitsland wonen. Vandaar trok hij (zoals zovelen) naar Amsterdam, waar hij als vrije handelsman dienst nam bij de WIC. Die compagnie was officieel ontstaan na het twaalfjarige bestand (1609-1621), om o.a. de kolonie Nieuw-Amsterdam te gaan beheren en bevolken. Peter was een daadkrachtig zakenman, die wel wat zag in de handel tussen Nieuw-Amsterdam in Amerika en Amsterdam in Holland. Handel in beverpelzen bijvoorbeeld en misschien nog andere producten als goud of zilver of andere waardevolle ertsen. Dat wilde hij ter plekke gaan uitzoeken. Meerdere malen ging hij op en neer tussen de beide havenplaatsen en slaagde goed in zijn eigen werk. Een ondernemend zakenman was Peter Minuit, tevens een geboren leidersfiguur met natuurlijke autoriteit, moedig en doortastend (denk alleen maar aan de regelmatige zware zeereizen op en neer van Europa naar Amerika en terug).
Minuit was van nature communicatief begaafd en als vanzelf in staat goede relaties te onderhouden met de kolonisten, maar ook met zijn Amsterdamse bazen; voorts kon hij goed met de indianen omgaan, wat de gouverneur van toen (Willem Verhulst) juist niet kon. Onder andere daarom werd Verhulst na slechts een jaar in dienst te zijn geweest al in 1626 afgezet en naar zijn thuishaven Amsterdam teruggestuurd, om zich te verantwoorden bij de Heren van de WIC. De kolonialisten kozen toen tot hun nieuwe leider Peter Minuit. Hij werd vanaf 1626 met toestemming van de WIC de derde gouverneur van de Nieuw-Nederlandse kolonie.
Minuit vervulde deze functie goed en doortastend vanaf 1626 (toen Manhattan via hem ‘gekocht’ werd van de indianen) tot 1632, toen hij ter verantwoording bij de bazen teruggeroepen werd naar Amsterdam. Misschien omdat hij de vrije handel meer diende dan de wensen van de WIC? Hij was per slot zakenman en geen stroman van de WIC!
Kortom: Peter Minuit, overtuigd calvinist, was een sterke persoonlijkheid, die via zijn ouders Waals/Frans sprak, die Duits werd opgevoed, die Nederlands leerde en al snel ook talig goed kon communiceren met de internationale (!) groep kolonisten (Walen, Duitsers, Engelsen, Fransen, Hollanders), die via Amsterdam voor de WIC naar Amerika waren getrokken, als avonturiers of als vluchtelingen, vooral toentertijd vanwege de religie. Een allround man dus.
Toen hij terugvoer eind 1632 kwam zijn schip door een fout van de kapitein in het Zuid-Engelse Plymouth terecht. Het schip werd in beslag genomen en Minuit werd als schuldig aan bedrog gevangen gezet vanwege de toen nogal verwarrende en tegenstrijdige politiek tussen Engeland en de Noordelijke Nederlanden. Peter ontsnapte en belandde uiteindelijk in Amsterdam, werd toen na verhoor (ten onrechte wel) ontslagen door de WIC, zodat hij zich verbitterd afvroeg hoe het verder moest.
De Bosfinnen (‘Metsäsuomalaiset)
Via de consul van het koninkrijk Zweden in Amsterdam, de al genoemde Samuel Blommaert, kreeg Peter Minuit de kans, zich als ervaren en ook militaire leider van een eventuele expeditie van Zweedse oorlogsschepen met Zweedse onderdanen (en andere kolonisten) naar Amerika, in Amsterdam in te schepen. Dat gebeurde voorjaar 1638. Het koninkrijk Zweden wilde zich toen profileren als de nieuwe Europese grootmacht en wilde dus ook een eigen kolonie stichten. Minuit wist daar wel raad mee en stelde voor, het zuidelijke gedeelte van de Nederlandse kolonie Nieuw-Nederland (of Nova Belgia) aan de kust van Oost-Amerika (rond de grote rivier de Delaware, toen de Zuid-rivier van Nieuw Nederland) te kapen, om daar een Zweedse kolonie te stichten. Dat deed hij graag, uit wraakgevoelens, maar ook omdat hij uit zijn ervaring ter plaatse wist, dat die streken rond fort Nassau zwak verdedigd werden door de WIC. En verder wist hij toen al donders goed, dat er daar veel te halen was! Niet alleen voor de Zeven Provinciën, maar ook voor de jonge grootmacht Zweden. Zo gezegd, zo gedaan dus.
De kolonie Nieuw-Zweden werd dus door Minuit via overrompeling gesticht en kon het zeventien jaar militair tegen de Hollanders volhouden tot 1655, toen Peter Stuyvesant uiteindelijk de Zweedse kolonie terugveroverde voor Nieuw-Nederland, waar Nieuw-Amsterdam de hoofdstad van was. Tussen 1638 en 1655 zijn er onder andere talloze Finstalige kolonisten vanuit Zweden en ook uit het toen nog Zweedse Finland naar het Delaware-gebied geëmigreerd en hebben daar in de loop van die bijna twintig jaren een bloeiende kolonie opgebouwd.
Een groot gedeelte van die genoemde Finnen noemt men nu Metsäsuomalaiset, Bosfinnen, omdat juist zij (veel beter dan andere, bijvoorbeeld Zweedse kolonisten) boservaren konden leven en alom bekend waren vanwege hun deskundige bosbouw, blokhuisbouw en het voor landbouw klaarmaken van afgebrande en gerooide bosstreken, de zogenaamde kaski-veldwinning. Zij waren dus voornamelijk houtarbeiders. Doordat deze Finse kolonisten graag in de bossen wilden wonen (de anderen vaak liever niet, die voelden zich veiliger aan het water), hadden zij ook een veel gemakkelijker en natuurlijker contact met de indianen van die streken. Dus indirect waren zijn voor de Zweedse handel goud waard!
Over deze Metsäsuomalaiset zou ik in de komende tijd aan de hand van goede studies erover nog wat willen nadenken, om dan later mijn bevindingen op papier te zetten.
Fins-Nederlandse relaties (1)
De relatie tussen Nederland en Finland moeten we hier zo zien:
Peter Minuit kwam uit de vroegere Nederlanden (Wallonië) en via Wesel aan de Rijn naar Amsterdam in Holland aan het IJ en heeft de Delaware-streek in dienst van de koning van Zweden (in 1638 Koningin Christina, vertegenwoordigd door rijkskanselier Axel Oxenstierna) veroverd. Minuit heeft de Zweedse kolonie gesticht en als efficiënt leider van het begin af aan met straffe hand opgebouwd. Dat hij al herfst 1638 meteen op de eerste reis terug naar Amsterdam (om nieuwe kolonisten aan te werven) bij een zware storm om het leven is gekomen, dat was weliswaar pijnlijk, maar zijn werk is effectief voortgezet, zowel wat de aanwerving van kolonisten voor als wat de opbouw en uitbreiding van de kolonie zelf betreft.
Meer en meer Metsäsuomalaiset kwamen daar in het Delaware-gebied in de loop der jaren aan. Zweden wilde deze Finnen ook wel kwijt, omdat Zweedse onderdanen (boeren vooral) vaak jaloers waren op deze effectieve, zo geslaagde Finnen. De Bosfinnen werden een belangrijke groep van de Zweedse en andere kolonisten. De Bosfinnen konden en wilden daarenboven ook de binnenlanden van de Delaware-streek koloniseren en zo het contact met de binnenlandse indianen met de daarbij behorende wederzijdse handel bevorderden.
De Metsäsuomalaiset werden dus belangrijke leden van de Zweedse kolonie Nieuw-Zweden, die onder leiding van de Nederlander Peter Minuit in 1638 gesticht was en op gang was gezet. Maar … zoals gezegd, daarover later!
Daniel Cajanus en Vincent van Gogh
Over twee andere thema’s zou ik een andere keer hier of elders wat uitvoeriger willen ingaan. Maar belangrijke thema’s in Finland waren ze wel in 2019.
Allereerst zou ingegaan kunnen worden op Kajaani en de opvoering aldaar in juli 2019 van de opera Daniel Cajanus. Dat is een groot succes geworden, maar heeft (naar mijn smaak jammer genoeg) te weinig aandacht gekregen van de pers en de media, wel enigszins maar niet erg uitbundig en algemeen. Terwijl het hier toch een uitgebreide en langdurige samenwerking betrof tussen Kajaani en Haarlem en er vele mensen aan beide kanten bij betrokken waren. Ik kan wel zeggen honderden.
Waarom deze gebeurtenis zo weinig aandacht getrokken heeft, weet ik eigenlijk niet. Het kan het feit zijn, dat Kajaani nu niet bepaald (vanuit het zuiden van Finland bekeken) in de buurt ligt, dus op grote afstand. Een andere reden kan geweest zijn, dat deze opera een keer of zes opgevoerd werd in de buitenlucht, tijdens de vakantie in Finland, en wel in het kader van het zomerse ‘kesäteatteri’, het zomertheater van Kajaani, wat uiteraard meer regionaal gericht is en niet zonder meer landelijk.
Nou ja, het verhaal van de reus Daniel Cajanus is niet nieuw, noch in Finland noch in Nederland. Arnold Pieterse heeft bijvoorbeeld in een Aviisi van 2017 een uitvoerig artikel over hem geschreven en de opera, die nu in Kajaani opgevoerd is, tegelijk met een kleine tentoonstelling in het plaatselijk museum, is een jaar of twee geleden met groot succes en sterke mediale aandacht in Haarlem voor het eerst opgevoerd (en tentoongesteld).
Het andere punt, waar we het zeker ook nog wel eens over zullen hebben, is de door het Didrichsen Museum van Helsinki aangekondigde Vincent van Gogh-tentoonstelling in de herfst van het volgend jaar (van september 2020 tot januari 2021). Daarover kan de lezer al wat lezen in mijn blog ‘Petrus, Hollantilainen ja Suomalainen’.
Het thema is, als ik het goed begrepen heb, de wording van Vincent tot de grote kunstenaar die we nu allemaal kennen. De tentoonstelling concentreert zich rond een veertigtal tekeningen van Vincent, twee schilderijen uit zijn latere periode en een ets, vermoedelijk de enige ets van hem, die hij in Auvers gemaakt heeft, van Gachet, de dokter en vriend van Vincent in zijn allerlaatste maanden. Ik zie met verwachting uit naar deze komende tentoonstelling. Zoals gezegd, ik was van plan ook daar wat uitvoeriger op terug te komen.
Met groet,
Petrus