Maandag 9 september om 21.45 stond de uitwedstrijd voor Nederland tegen Estland op het programma. Na de eclatante en toch verrassende overwinning in Hamburg op Duitsland de vrijdag ervoor, was het belangrijk om dit potje ook te winnen. Via Facebook had de groep ‘Dutch and lost in Finland’ (DaliF) een evenement georganiseerd en er ging een flinke groep heen. Zij kwamen een paar uur voor de wedstrijd aan. Omdat ik de reis combineerde met het kijken naar een voetbaltoernooi bij HJK in Helsinki van mijn jongste zoon, namen wij (mijn middelste zoon Jim en ik) zondag al de boot naar Tallinn in plaats van maandag eind van de middag. Het was heerlijk weer toen we de boot afstapten, en dat zou het afgezien van wat regenbuien tussendoor ook blijven.
De vorige keer ging ik wel mee met DaliF, deze wedstrijd in 2013 eindigde toen in 2-2 (met een penalty van Van Persie in de laatste minuut), maar Nederland kwalificeerde zich toen moeiteloos. Als ze dat nu weer willen doen, na twee toernooien gemist te hebben, dan was zoals gezegd een overwinning broodnodig. Na wat rondslenteren in de stad op maandagochtend besloten we de rode hop-on-hop-off-bus te nemen, in de hoop wat meer dan de oude stad, die overigens prachtig maar klein is, te zien. Dit viel eerlijk gezegd een beetje tegen, aangezien er buiten het centrum simpelweg weinig andere bezienswaardigheden zijn. Dat was dus wachten op de wedstrijd ’s avonds, en lekker eten en drinken, en nog wat meer rondwandelen. Ondertussen hadden we er een sport van gemaakt om Nederlanders te spotten. In het oranje was natuurlijk een eitje, maar ook zonder voetbalkleren hadden we het best vaak bij het rechte eind. Hoe kan dat toch? Nou, vaak de lengte natuurlijk, en soms zijn ze … eeh we misschien wat luidruchtiger.
We hadden na aankomst een goed restaurant gevonden in een tussenstraatje vanaf ons hotel naar het centrale plein, wat uit de drukte, waar de gerechten simpel maar goed waren, en de prijzen redelijk schappelijk. We besloten al vroeg richting stadion te vertrekken. Op zoek naar de tram zag ik drie Nederlanders, twee heren en een dame, een taxi aanhouden. Ik zei dat het heel eenvoudig moest zijn met de tram, dus gingen we met zijn vijven op zoek naar de opstapplaats. Het bleek dat we hier niet zomaar met wat Holland-supporters te maken hadden. Sinds de zeventiger jaren hadden de heren geen groot toernooi, oefenwedstrijd of WK- en EK-kwalificatiewedstrijd gemist. Als je de volgende keer bij een wedstrijd van het Nederlandse Elftal een spandoek met ‘Stadskanaal’ ziet hangen, dan weet je dat ze er weer zijn. Enfin, je zou denken dat zulke ‘oude rotten in het vak’ inmiddels heel relaxed naar de wedstrijd toeleven. Maar niets was minder waar, de spanning zat er al flink op en ze moesten zo vroeg mogelijk bij het stadion zijn. We moesten zelfs wachten tot de poorten opengingen – de drie gingen na enig voordringen als eerste naar binnen.
Er stond even later een rockband te spelen. En Nike had voor het stadion een voetbalchallenge georganiseerd, waarbij je drie onderdelen succesvol moest afwerken om drie polsbandjes te verzamelen. Hooghouden met meerdere pogingen tot je de honderd had bereikt, voetgolf met één hole en voetbaldarten op een heel groot pluizig dartbord. Uiteindelijk kreeg iedereen drie bandjes. Naderhand moest je je naam en telefoonnummer invullen op een briefje en dan maar hopen dat je tijdens de wedstrijd hoorde of je gewonnen had. Helaas, wij niet. Het stadion begon al aardig vol te lopen en we hadden goede plekken aan de zijkant van het strafschopgebied op de derde rij. Ik kijk de laatste tijd vooral jeugdwedstrijden en het viel me op hoe groot de spelers waren toen ze het veld opkwamen voor de warming-up. Laten we eerlijk zijn, vooral Van Dijk is een dijk van een vent. Maar het kon ook aan de diepte van het veld liggen en het feit dat we zo dicht op het veld zaten. Het werd al snel duidelijk dat Estland een muur optrok voor het doel. Ze hadden nog geen schamel puntje behaald en waren duidelijk bang voor het ‘grote’ Nederland. Het was daarom lastig doorkomen voor de mannen van Koeman en toen na iets meer dan een kwartier dan toch de eerste goal viel, was dat voor alles wat Nederlands was een aardige opluchting, in ieder geval bij ons. De wedstrijd vertoonde daarna continu hetzelfde spelbeeld, waarbij Nederland uiteindelijk toch nog drie keer een gaatje wist te vinden en de wedstrijd daarom in 0-4 eindigde.
Het liep bijna tegen twaalf uur en we besloten snel een taxi naar huis te nemen. De volgende dag zag ik op de boot terug foto’s op Facebook staan van Ilona Jääskeläinen, medewerkster van de ambassade, met haar zoontje die een selfie met Van Dijk had gemaakt. En hij had het shirt van De Ligt gekregen. Hoe fantastisch is dat? Jammer dat we niet ook hebben staan wachten, maar we dachten dat het veel te lang zou duren voordat ze naar buiten zouden komen. We hadden een mooie reis gehad, met leuk voetbal, alle hedendaagse Nederlandse voetbalsterren gezien, dus wat wil je nog meer. Maar volgende keer toch nog maar even blijven rondhangen …
Michel